woensdag 12 november 2014

GR 6 de dood van Patroklos

Voorstel van Patroklos 16.1 - 47
vragen:
1. a- het huilen
b- spot, liefde/vriendschap
c- medelijden met Patroklos
2. het afpakken van Bryseis, het eergeschenk van Achilles
3. dat Patroklos de Grieken wil helpen
4. 1- Achilles afzeiken (jij bent een kind van de rotsen en zee)
2- Achilles vragen hem te laten vechten in zijn wapenrusting
5. alwetende verteller, vooruitblik

Antwoord van Achilles 16.48 - 100
vragen:
6. de belediging 'jij bent een kind van de ijzige rotsen en de vaalgrijze zee'
7. wrok jegens Agamemnon
8. a- r. 64-68
b- terug te keren nadat de Trojanen bij de schepen verjaagd zijn
c- [timeh]

Hevige gevechten 16.306 - 350
vragen:
9. ogen

De Trojanen op de vlucht 16.351 - 410
vragen:
10. a- De Trojanen zijn de lammetjes, de Grieken zijn de wolven
b- De Trojanen lijken weerloos
11. a- r. 363-364 'hield zich staande'
b- r. 378 'stuurde zijn paarden'
12. veel [pathos] opwekken, anders een te simpele vertelling

Apollo helpt de Trojanen 16.684 - 726
vragen:
13. a- r. 887 'zwarte dood'
r. 693 'tot de dood'
r. 701 'om hem zijn dood te doen vinden'
b- het is nog niet duidelijk wat er daarvoor gaat gebeuren en hoe
14. a- Patroklos gaat naar de stadsmuren, Apollo gooit hem eraf (??)
b- Hektor twijfelt, Apollo spoort hem aan

Gevecht om het lijk van Kebriones 16.727 - 776
15. stelt een-op-een-gevecht voor
16. a- onstuimige moed
b- waarmee ze hun tegenstander bevechten
c- heftigheid, lawaai

Patroklos geveld door Apollo ... 16.801 - 804
De gehele lange schaduw werpende speer, zwaar, groot, stevig, voorzien van een punt, werd in zijn handen verbrijzeld; maar het schild met mooi bewerkte rand, met de  draagriem, viel van zijn schouders ter aarde. Hij maakte zijn pantser los, de leider, zoon van Zeus, Apollo.

vragen:
17. a-
1- r. 784 'stormende Ares'
2- r. 786 'een demon gelijk'
3- r. r. 785 'driemaal versloeg hij er negen'
18. a- cruciale momenten
b- blijkt dat hij sterft, zijn laatste gevecht
19.
retrospectief: eerste twee zinnen
prospectief: omdat zijn dood al nabij was
20. a-
1- r. 801'speer werd verbrijzeld'
2- r. 803 'schild valt uit handen'
3- r. 815 'pantser los'
b- goddelijke wapens
21. a- asyndeton
b- steeds meer lettergrepen

... En door Euphorbos 16.805 - 815
De verbijstering greep hem wat betreft het verstand en zijn schitterende ledematen werden van onderen losgemaakt (1), hij stond verbluft; een Trojaanse man trof hem in zijn rug van achteren tussen zijn schouderbladen met een scherpe speer van dichtbij, Euphorbos Panthoos' zoon, die zijn leeftijdsgenoten (2) overtrof zowel met het zwaard als met zijn menkunst als zijn snelle voeten, want ook op die dag al deed hij twintig mannen van hun paarden (3), hoewel hij voor de eerste keer ging met zijn strijdwagen, een nieuweling zijnde in de oorlog;
hij schoot als eerste een pijl op jou af, Patroklos de wagenstrijder (4), maar hij heeft jou niet overweldigd; hij rende weer weg, en hij mengde zich in de menigte nadat hij de speer van essenhout uit het lichaam had getrokken, ook wachtte hij niet op Patroklos hoewel hij ongewapend was in de strijd (5).

(1): hij zakte door zijn benen
(2):
(3):
(4): apostrofe; Patroklos wordt door de verteller direct aangesproken
(5): Euphorbos had Patroklos makkelijk kunnen doden maar heeft dit niet gedaan.

vragen:
22. fysiek en mentaal
23. a- lans is in het Grieks een dativus, ander onderwerp
b- getroffen en geworpen
24. a- abstractum pro concreto
b- pars pro toto

... En door Hektor 16.816 - 829
Hoewel Patroklos was overweldigd (1) door de klap van de god en door de speer, trok hij zich terug naar de troep van vrienden en hij probeerde te ontsnappen aan de dood.
Maar toen Hektor zag dat de dappere Patroklos terugweek, getroffen door het scherpe brons (2), kwam hij dichtbij hem door de rijen en verwondde hij hem met zijn speer in het onderste deel van de buik, en stak het brons erdoorheen, en hij dreunde toen hij neerviel en maakte het volk van de Grieken zeer bedroefd,
(begin Homerische vergeljking) zoals wanneer een leeuw een onvermoeibaar everzwijn overweldigt in het gevecht, die beidenop de toppen van een gebergte, vol zelfvertrouwen, vechten terwille van een kleine bron enze willen allebei  drinken en met geweld doodde de leeuw hem terwijl hij zwaar hijgde (3).
Zo beroofde Hektor, zoon van Priamos, met een speer de zoon van Menoitios van het leven, nadat eze velen gedood had en nadat hij gejuicht had over de op hem behaalde overwinning, sprak hij de gevleugelde woorden;

vragen:
25. a- 1- [menoitiou alkimon uiov]
2- [Ektohr Priamidehs]
3- [thumov apehura]
b- overwinning na een felle strijd tussen bijna even sterke tegenstanders
26. a- de gelijkwaardigheid in de strijd, de heftigheid, het lange doorgaan
b- dramatisch effect

Honende woorden 16.830 - 842
(Hektor:) "Patroklos, jij meende zeker wel onze stand te zullen verwoesten, en de Trojaanse vrouwen op de schepen naar je vaderland te brengen, nadat je ze van hun vrijheid beroofd hebt, dwaas.
Maar ter bescherming van hen zijn de snelle paarden van Hektor in gestrekte draf ter strijde getrokken (1). En ik zelf munt uit onder de Trojanen met de lans, ik die hen beschermt tegen de slavernij. Maar jou zullen de gieren hier opeten.
Ach arme man, en Achilles hielp jou niet hoewel hij zo dapper is, hijdie jou volgens mij zeer wringend op het hart drukte toen jij wegging terwijl hij achterbleef; "Keer alsjeblieft niet terug, wagenstrijder Patroklos, naar de gewelfde schepen, voordat je de bebloede chiton rond de borst van de mannendodende Hektor verscheurd hebt." zo sprak hij volgens mij tot jou, en overtuigde jou, dwaas, met betrekking tot je verstand.

vragen:
27. a-
b-

Voorspelling van een stervende 16.843 - 854
Tot hem sprak jij met nog maar weinig kracht, paardenmennende Patroklos;
"Op dit moment dan, grote Hektor, juich! Want Zeus, Kronos' zoon, en Apollo, die mij gemakkelijk doodden, heeft (1) jou de overwinning geschonken, zij namen zelf de wapens van mijn schouders als er 20 zulke tegenstanders als jij mij tegemoet waren gekomen. dan zouden zij allen ter plekke ten gronde gegaan zijn of overweldigd door mijn speer. Maar het verderfelijke lot en de zoon van Leto doodde mij en van de stervelingen Euphorbos; jij doodde mij pas de derde keer.
Maar ik zal jou nog iets zeggen, overdenk jij dat maar in je hersenen; zeker ook niet zal jijzelf lang leven, maar het krachtige lot en de dood staat al dichtbij nadat je overweldigd bent door de handen van de voortreffelijk kleinzoon van Aiakos, Achilles."

(1): de invloed van de oppergod Zeus wordt benadrukt, waardoor de persoonsvorm enkelvoud is, hierna wordt er nog snel Apollo aan toegevoegd

28. Apostrofe is als hij aangesproken wordt door Homerus, aangesproken door Hektor telt niet
29. a- 'als derde'
b- enjambement
30. voor Patroklos is het verderfelijk, voor Hektor is het machtig

De strijd gaat door 
De dood omhulde hem nadat hij zo had gesproken; de ziel ging weg van zijn ledematen naar de Hades nadat zij weggevlogen was, jammerend over zijn dood, nadat zij de mannelijke kracht en bloei van de jeugd achterliet. De schitterende Hektor sprak hem toe hoewel hij dood was;
"Patroklos, waarom voorspel je mij een verschrikkelijke dood? wie weet of Achilles, zoon van de schoonlokkige Tethis, eerder zal worden getroffen door mijn speer zodat hij zijn leven verliest."
Nadat hij zo gesproken had trok hij de bronzen speer uit het lijk nadat hij zijn hiel op het lijk had gezet en stootte hem achterover van de lans. En onmiddellijk ging hij met zijn lans Automedon achterna, de op een god gelijkende dienaar van de snelvoetige kleinzoon van Aiakos, want hij verlangde hem te treffen, maar de snelle onsterfelijke paarden brachten hem weg, (die de goden) als prachtige geschenken aan Peleus hadden gegeven.

vragen:
31. NVT
32. Patroklos spreekt over Achilles als een held en Homerus beschrijft hem algemener
33. benadrukken  wat voor held hij is, hoeveel mensen er nodig zijn hem te overweldigen (ook vertragingen dus dramatisch effect)
34. hij had terug moeten keren naar Achilles
35. hij weigerde mee te vechten, Patroklos ging met de gedachte 'als jij het niet doet doe ik het wel'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten