zaterdag 15 november 2014

GR 3 In Troje

ontmoeting met Hekabe 6.237-285

vragen:
1. a- Hekabe denkt dat de Trojanen de oorlog aan het verliezen zijn en dat Hektor terugkomt om Zeus een plengoffer te brengen (te vragen of Zeus hen wil bijstaan)
b- Door goede wijn voor hem te halen waarmee hij Zeus kan vereren en zichzelf volgens haar kan verkwikken
2. a-
Hekabe; Zeus vereren         wijn drinken  ;Hektor
                                      x
              wijn drinken          Zeus vereren
b- r. 269/r. 279
slagveld       plengen
               x
plengen        slagveld

Een vergeefs gebed 6.286 - 312

vragen:
3. a- overeenkomst; vooraanstaande vrouwen, duurste peplos, twaalf runderen
verschil; eis van dood Diomedes, uitdrukkelijke voorwaarde bij het offeren van de runderen
b- aangezien Theano er niet bij was toen Hektor de instructies gaf
c- alwetende verteller
4. Dat de smeekbedes aan Athene niet verhoord zullen worden r. 311

Paris 6.313 - 324
Hektor was op weg gegaan naar het mooie huis van Alexandros (1), dat hij zelf had gebouwd in gezelschap van mannen die toen de beste timmermannen in het grofkluitige Troje (2) waren, die voor hem een vrouwenvertrek en een mannenvertrek en een hof hadden gemaakt dichtbij de huizen van Priamos en van Hektor op de Akropolis.
Hektor, die geliefd bij Zeus was, was daar naar binnen gegaan, in zijn hand een lans van elf el lang; aan de voorkant van de speer schitterde een bronzen punt en rondom liep een goeden ring. Hij vond hem in het vrouwenvertrek terwijl hij zich bezighield met een prachtige wapenrusting, een schild en een pantser, en terwijl hij een gekromde boog uittestte en de Griekse Helena zat samen met haar slavinnen en droeg de dienaressen de schitterende handwerken op.

vragen:
5. a- Alexandros is Paris
b- [oi tot' aristoi ehsav]
6. Hij bevindt zich in het vrouwenvertrek
7. r. 315 [eribohlaki]
r. 318 [dii filos]
r. 319 [Argeieh]
*: bij het citeren van epitheton ornans alleen het bijvoeglijk naamwoord

De plicht roept 6.325 - 341
Nadat hij hem zag schold Hektor hem uit met lelijke woorden;
"Dwaas, het is niet goed dat hij hierom boos bent geworden. De manschappen zijn omgekomen in de strijd om de stad en de steile muur; doorwille van jou is de oorlog en strijd ontbrand rondom deze stad; jij zou ook een ander kunnen verwijten, die je zou zien terwijl hij zich onttrekt aan de huiveringwekkende oorlog. Dus sta op, opdat de stad niet snel door laaiend vuur verbrand wordt.
Van zijn kant antwoordde de op een god gelijkende Alexandros, "Hektor, aangezien jij mij terecht uitgescholden hebt en niet ten onrechte, daarom zal ik jou zeggen; verneem jij dit en hoor mij aan; heus zat ik niet zozeer uit woede noch uit verontwaardiging jegens de Trojanen in dit mannenvertrek maar ik wil mij overgeven aan mijn verdriet.
Maar nu mijn vrouw mij overreed heeft met vriendelijke woorden opdat ik aanzet tot oorlog; het schijnt ook aan mijzelf zo beter te zullen zijn, de overwinning wisselt de mannen af. Maar kom wacht nu, laat ik mijn Ares (1) betreffende uitrusting aantrekken; of ga, ik zal jou volgen, ik geloof dat ik jou zal inhalen.

vragen:
8. a-
b-
9. a- hij zegt gelijk dat Hektor hem terecht uitscheldt
b- verdriet belangrijker, moet overtuigd worden door zijn vrouw
c- r 338 [pareipous malakois]
d- 'of ga'

Helena 6.342 - 358
Zo sprak hij (1), maar Hektor met flikkerende helm sprak niets tegen hem; Helena sprak met vriendelijke woorden tot hem (2); "Zwager van mij, die een huiveringwekkend onheilstichtende hond is, ach een verschrikkelijke windvlaag had op de dag gelijk toen mijn moeder mij baarde, mij moeten wegvoeren naar het gebergte of naar de luid bruisende goven (3), daar waar de golven mij zouden hebben weggerukt voordat deze dingen gebeurd waren. Maar nu hebben de goden zo dit onheil bepaald, had ik hierop de echtgenote moeten zijn van een betere man (4), die weet zou hebben van verontwaardiging en veel verwijten van mannen. De geest aan hem daar (5) is dus niet stevig noch zullen zij dat in de toekomst zijn, daarom geloof ik ook dat hij ervan zal lusten.
Maar vooruit nu; kom naar binnen en ga zitten in een stoel (6), zwager, want de grootste oorlogsinspanning heeft jouw geest in beslag. Terwijl van mij de hond en terwille van de verblinding van Alexandros, op wie Zeus een verschrikkelijk lot heeft gelegd, opdat wij ook voor de mensen die in de toekomst zullen zijn, bezongen worden (7).

(1): Paris
(2): Hektor
(3): collectief enkelvoud vertalen als meervoud
(4): Helena bedoelt een betere man dan Paris
(5): Paris
(6): Blijkbaar stond Hektor al op de drempel om weg te gaan maar houdt Helena hem tegen.
(7): Homerus maakt hier een grapje; verwijst naar zijn eigen epos.

vragen:
10. a- ze voelt zich juist schuldig ('was ik maar weggevoerd'), niet gewetenloos
b- niet zo top, Helena is kritisch ten opzichte van Paris
c- r. 356 [atehs] verblinding
11. metriek

Geen tijd! 6.359 - 368
De grote Hektor met wuivend helmbos antwoordde haar daarna;
"Doe mij niet zitten, Helena, ook al bedoel je het goed; jij zult mij niet overtuigen; want mij hart verlangt inmiddels dat ik de Trojanen bijsta, die mij zeer missen terwijl ik afwezig ben. Maar jij moet hem hier aansporen, laat hij ook zichzelf haasten, opdat hij mij inhaalt zolang ik nog binnen in de stad ben.
Want ik zal ook naar huis gaan opdat ik mijn huisgenoten en geliefde echtgenote en zoon kan zien. Want ik weet niet of ik nog weer bij hen zal terugkeren of dat de goden door de handen van de Grieken reeds zullen doden.

vragen:
12. a- dat ze hem van de oorlog af wil houden
b- met 'de Trojanen missen mij' bedoelt Hektor dat Helena Paris moet aansporen
13. a- r. 364 [su]
b- r. 366 [te kai]
14. a- gebruikt als aanwijzend voornaamwoord
b- geen samentrekking
c- uitgang dativus meervoud
d- [ken] = [an]
e- [de] van richting
f [sfin] = [autois]
g- diectasis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten