voet = versmaat, daktylus/spondee van een hexameter
elisie = weglating
hexameter = 6 voeten achter elkaar (versregel)
spondee = twee lange lettergrepen achter elkaar (--)
enjambement = de zin loopt door op de volgende regel
hiaat = alle klinkers laten staan ipv elisie
daktylus = 1 lange en 2 korte lettergrepen achter elkaar (-vv)
scanderen = analyseren van de metriek van een tekst
diektasis = uitrekking
metrum = versmaat, voet
(scheidingsstreepjes zijn bij scanderen niet verplicht)
maandag 24 november 2014
Metriek
Labels:
achilles,
ce,
goden,
gouden appel,
grieks,
helena,
hermaion,
homerus,
ilias,
odyssee,
paris,
sparta,
tranenrijke oorlog,
trojaanse oorlog,
troje,
zeus
GR 1 Over de Ilias
Epen van Homerus: 1. Ilias en 2. Odyssee
Epos = Verhalend gedicht over helden in een geidealiseerde wereld. Goden spelen een grote rol.
Ilias:
24 boeken, 15.000 verzen, thema; wrok van Achilles
Odyssee:
24 boeken, 12.000 verzen, thema; terugkeer Odysseus
Voorgeschiedenis:
Eris (godin van de twist) was niet uitgenodigd op de bruiloft van Peleus (sterveling, vader van Achilles) en Thetis (zeegodin, moeder van Achilles). Daarom wierp zij een gouden appel met de tekst 'voor de mooiste' tussen de gasten. Hera, Athena en Aphrodite vochten erom. Zeus wilde niet beslissen (want Hera was zijn vrouw) dus mocht de sterveling Paris Priamos' zoon (prins van Troje) de mooiste godin kiezen. Hij koos voor Aphrodite omdat zij hem de mooiste vrouw beloofde. Dat was Helena, de vrouw van de Spartaanse koning Menelaos. Helena werd Troje binnengehaald (stal haar toen hij op bezoek was aan het hof van Menelaos, schending van gastvrijheid). Menelaos' broer Agamemnon (koning van Mycene) startte een expeditie tegen Troje om Helena en de eer terug te krijgen. De oorlog duurde 10 jaar maar de Ilias beschrijft 51 dagen uit het laatste jaar.
Achilles werd gevraagd mee te vechte voor de Grieken.
Trojaanse Oorlog: Grieken (Sparta) vs. Trojanen
Epos = Verhalend gedicht over helden in een geidealiseerde wereld. Goden spelen een grote rol.
Ilias:
24 boeken, 15.000 verzen, thema; wrok van Achilles
Odyssee:
24 boeken, 12.000 verzen, thema; terugkeer Odysseus
Voorgeschiedenis:
Eris (godin van de twist) was niet uitgenodigd op de bruiloft van Peleus (sterveling, vader van Achilles) en Thetis (zeegodin, moeder van Achilles). Daarom wierp zij een gouden appel met de tekst 'voor de mooiste' tussen de gasten. Hera, Athena en Aphrodite vochten erom. Zeus wilde niet beslissen (want Hera was zijn vrouw) dus mocht de sterveling Paris Priamos' zoon (prins van Troje) de mooiste godin kiezen. Hij koos voor Aphrodite omdat zij hem de mooiste vrouw beloofde. Dat was Helena, de vrouw van de Spartaanse koning Menelaos. Helena werd Troje binnengehaald (stal haar toen hij op bezoek was aan het hof van Menelaos, schending van gastvrijheid). Menelaos' broer Agamemnon (koning van Mycene) startte een expeditie tegen Troje om Helena en de eer terug te krijgen. De oorlog duurde 10 jaar maar de Ilias beschrijft 51 dagen uit het laatste jaar.
Achilles werd gevraagd mee te vechte voor de Grieken.
Trojaanse Oorlog: Grieken (Sparta) vs. Trojanen
Labels:
ce,
goden,
gouden appel,
grieks,
helena,
hermaion,
homerus,
ilias,
odyssee,
paris,
sparta,
tranenrijke oorlog,
trojaanse oorlog,
troje,
zeus
donderdag 20 november 2014
GR 8 Het einde van de ruzie
Het lijk van Patroklos is naar het Griekse legerkamp gebracht, Hektor heeft de wapenrusting van Achilles meegenomen. Achilles wil zich wreken op Hektor en is dus weer bereid te gaan vechten. Zijn moeder Thetis heeft Hephaistos gevraagd nieuwe wapens voor hem te maken.
Achilles krijgt zijn nieuwe wapenrusting 19.1 - 39 vertaling
Thetis komt met de wapens aan op het schip waar iedereen bedroefd is om de dood van Patroklos en Achilles met zijn armen om hem heen zit. Ze helpt hem overeind en zegt dat Patroklos door gods wil gesneuveld is en dat hij het los moet laten en in plaats daarvan de meegebrachte wapens aan moet nemen. Toen Thetis de wapenrusting om had gedaan bij Achilles deinsde de mannen angstig terug. Maar toen Achilles zelf het zag, maakte het zijn toorn feller. Hij zei tegen zijn moeder dat alleen een god zoiets moois zou kunnen maken en dat hij bang was dat de maden en vliegen in de wonden van Patroklos zouden gaan zitten en dat het vlees zou verrotten. Thetis beloofde hierop toe te zien, en zei hem dat hij de helden der Grieken en Agamemnon moest gaan vertellen dat hij zijn wrok beëindigd, en dat hij daarna de wapenrusting om moet doen en moet gaan vechten. Dit gaf hem moed en vervolgens goot Thetis ambrosia en nectar in de neus van Patroklos om bederf te voorkomen.
vragen:
1.a- in de Ilias zegt zij; 'hem moeten wij, al zijn wij verdrietig, hier laten liggen' als ze wil dat Achilles Patroklos loslaat, ze zegt dus dat zij ook verdrietig is. In het boek wordt gezegd dat zij van Patroklos walgde, en dat zij dus niet om hem rouwde.
b- ze wil Achilles een wapenrusting geven
2. In de Ilias wil Thetis dat Achilles bij het lijk weggaat maar ze beloofd voor het pijk te zorgen, in het boeken kan je opmaken dat ze niks om het lijk geeft en daarom Achilles er weg van wil hebben.
3. in de Ilias zegt Thetis dat Patroklos 'door de wil der goden gesneuveld' is. In het boek wordt gezegd dat het Patroklos' eigen schuld is.
b- Een aantal handelingen zijn hetzelfde, zoals dat zij wil dat Achilles stopt met Patroklos omarmen (hoewel de reden hierachter anders wordt uitgelegd) en dat zij een wapenrusting gaat halen voor hem.
Achilles beëindigt zijn wrok 19.40 - 75 vertaling
Achilles riep iedereen bijelkaar en ook echt iedereen kwam, omdat zij Achilles weer wilde zien. Ook de gewonde Tydeus' zoon en Odysseus. Als laatst verscheen Agamemnon, die ook gewond was. Achilles zegt tegen Agamemnon dat het voor hen beiden niets heeft opgeleverd zo te vechten om een vrouw (de slavin Bryseis), en dat als hij zich niet uit wraak had teruggetrokken er minder Grieken gestorven zouden zijn. En dat hij wat gebeurd is achter zich wil laten en door noodzaak gedwongen is zijn toorn te bedaren en zijn wrok te beëindigen. Hij moedigt aan om weer te gaan vechten en de Trojanen ervan langs te geven. Nadat hij gesproken had waren de Grieken blij dat de wrok van Achilles voorbij was.
2. a- 1. dat hij zijn wrok beëindigd 2. dat hij de Grieken aanmoedigt de Trojanen ervan langs te gaan geven
b- r. 19.68
3. r. 19.67: 'hierbij verklaar ik mijn wrok voor geeindigd' r. 19.67: 'ik heb geen behoefte steeds in een twist verwikkeld te blijven' r. 19.66: 'de toorn in ons hart tot bedaren'
4. zich voor Patroklos te moeten wreken op Hektor
Achilles krijgt zijn nieuwe wapenrusting 19.1 - 39 vertaling
Thetis komt met de wapens aan op het schip waar iedereen bedroefd is om de dood van Patroklos en Achilles met zijn armen om hem heen zit. Ze helpt hem overeind en zegt dat Patroklos door gods wil gesneuveld is en dat hij het los moet laten en in plaats daarvan de meegebrachte wapens aan moet nemen. Toen Thetis de wapenrusting om had gedaan bij Achilles deinsde de mannen angstig terug. Maar toen Achilles zelf het zag, maakte het zijn toorn feller. Hij zei tegen zijn moeder dat alleen een god zoiets moois zou kunnen maken en dat hij bang was dat de maden en vliegen in de wonden van Patroklos zouden gaan zitten en dat het vlees zou verrotten. Thetis beloofde hierop toe te zien, en zei hem dat hij de helden der Grieken en Agamemnon moest gaan vertellen dat hij zijn wrok beëindigd, en dat hij daarna de wapenrusting om moet doen en moet gaan vechten. Dit gaf hem moed en vervolgens goot Thetis ambrosia en nectar in de neus van Patroklos om bederf te voorkomen.
vragen:
1.a- in de Ilias zegt zij; 'hem moeten wij, al zijn wij verdrietig, hier laten liggen' als ze wil dat Achilles Patroklos loslaat, ze zegt dus dat zij ook verdrietig is. In het boek wordt gezegd dat zij van Patroklos walgde, en dat zij dus niet om hem rouwde.
b- ze wil Achilles een wapenrusting geven
2. In de Ilias wil Thetis dat Achilles bij het lijk weggaat maar ze beloofd voor het pijk te zorgen, in het boeken kan je opmaken dat ze niks om het lijk geeft en daarom Achilles er weg van wil hebben.
3. in de Ilias zegt Thetis dat Patroklos 'door de wil der goden gesneuveld' is. In het boek wordt gezegd dat het Patroklos' eigen schuld is.
b- Een aantal handelingen zijn hetzelfde, zoals dat zij wil dat Achilles stopt met Patroklos omarmen (hoewel de reden hierachter anders wordt uitgelegd) en dat zij een wapenrusting gaat halen voor hem.
Achilles beëindigt zijn wrok 19.40 - 75 vertaling
Achilles riep iedereen bijelkaar en ook echt iedereen kwam, omdat zij Achilles weer wilde zien. Ook de gewonde Tydeus' zoon en Odysseus. Als laatst verscheen Agamemnon, die ook gewond was. Achilles zegt tegen Agamemnon dat het voor hen beiden niets heeft opgeleverd zo te vechten om een vrouw (de slavin Bryseis), en dat als hij zich niet uit wraak had teruggetrokken er minder Grieken gestorven zouden zijn. En dat hij wat gebeurd is achter zich wil laten en door noodzaak gedwongen is zijn toorn te bedaren en zijn wrok te beëindigen. Hij moedigt aan om weer te gaan vechten en de Trojanen ervan langs te geven. Nadat hij gesproken had waren de Grieken blij dat de wrok van Achilles voorbij was.
2. a- 1. dat hij zijn wrok beëindigd 2. dat hij de Grieken aanmoedigt de Trojanen ervan langs te gaan geven
b- r. 19.68
3. r. 19.67: 'hierbij verklaar ik mijn wrok voor geeindigd' r. 19.67: 'ik heb geen behoefte steeds in een twist verwikkeld te blijven' r. 19.66: 'de toorn in ons hart tot bedaren'
4. zich voor Patroklos te moeten wreken op Hektor
Verklaring van Agamemnon 19.76 - 153 vertaling
vragen:
5. slechte vraag, om te benadrukken wat het belang van timeh hier is
5. slechte vraag, om te benadrukken wat het belang van timeh hier is
6. als zelfs Zeus verblind kon worden door Ate, hoezeer kon hijzelf (Agamemnon) als gewone man dan wel niet veblind zijn.
7. nee, 19.138 'wil ik daar met een onmetelijk zoengeld vergoeding voor geven' hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn daden en is bereid deze goed te maken.
7. nee, 19.138 'wil ik daar met een onmetelijk zoengeld vergoeding voor geven' hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn daden en is bereid deze goed te maken.
8. a- 19.147 'als passend zou zijn'
b- 19.148 'we moeten nu eerst denken aan de strijd'
Een verdrietig weerzien 19.282 - 300
Briseis, op de gouden Aphrodite gelijkend, jammerde vervolgens luid, toen zij zag dat Patroklos doorboord wordt door het scherpe brons, nadat zij de armen om hem heen had geslagen, reet zij met haar handen haar borst, haar zachte nek en haar mooie gezicht open.
De vrouw, gelijkend op godinnen, zei huilend;
'O Patroklos, die mij, ellendige, het meest dierbaar is in mijn hart. Ik liet jou levend achter toen ik uit de tent ging, nu tref ik je dood aan terwijl ik weer terugkeer, aanvoerder van krijgsvolk; zo volgt mij altijd de ramp op ramp. De man aan wie mijn vader en machtige moeder mij hadden gegeven zag ik voor de stad doorboord door het scherpe brons, drie broers die een moeder voor mij ter wereld had gebracht, drie dierbare broers die allen de dag van het verderf bereikten.
Maar geenszins liet jij steeds toe (1) dat ik huilde toen de snelle Achilles mijn man doodde en de stad van de god Mynes verwoestte, maar jij steeds beloofde mij tot wettige echtgenote van de goddelijk Achilles te zullen maken en mij te zullen leiden op de schepen naar Phtia, en een bruilofsmaaltijd te zullen geven samen met de Myrmidoniers.
Ik beween hevig dat jij gestorven bent, altijd vriendelijke.'
(1): wat bedoeld wordt is dat Patroklos dus niet toeliet dat zij huilde om de dood van haar man.
vragen:
9. a- 'ghalkohi]
b- [t' - ehd - ide]
10. a- tweede helft, eerste regel
b- ze had zich helemaal opgekraamd
11. a- 1- [tethnehohta]
2- [kighanomai]
3- [aps' anious']
b- parallellisme
12. a- het zijn volle broers; hechte familie
b- enjambement
Achilles ontroostbaar 19.301 - 313
Zo sprak zij huilend, erbij zuchtten de vrouwen, uiterlijk om Patroklos, maar innerlijk ieder om hun eigen leed. Rondom hem (1) verzamelden de oude mannen van de Grieken zich terwijl zij smeekten tot eten; maar hij weigerde terwijl hij zuchtte;
'Ik smeek, als iemand van mijn eigen (2) vrienden mij tenminste vertrouwt, beveel me niet eerder (3) me te goed te doen aan eten noch drank, aangezien verschrikkelijk leed mij getroffen heeft;
want ik zou wachten tot zonsondergang en ik zal het in ieder geval verdragen.
Nadat hij dit zo zei gingen de andere koningen weg, de 2 zonen van Atreus bleven achter en de schitterende Odysseus en Nestor en de oude Idomeneus en de oude wagenstrijder Phoinix. Terwijl ze dievende die heel verdrietig was (4) probeerden op te vrolijken maar hij liet zich niet opvrolijken in zijn hart voordat de mond van de bloedige oorlog binnen was geweest.
(1): Achilles
(2): letterlijk staat er geliefde, maar bij Homerus kun je dat vaak vertalen als mijn eigen
(3): eerder dan de zon ondergaat, hij wil uit rouw om de dood van Patroklos vasten.
(4): namelijk Achilles
vragen:
13. 1- duratief
2- conatief
3- iteratief
14. Patroklos luisterde niet naar hem
15. conatief; praesens van poging
16. a- personificatie
b- de oorlog is een soort van monster
Rouw om een vriend 19.314 - 337
Nadat hij het zich herinnerde slaakte hij een diepe zucht en zei;
'Ach ik weet nog goed hoe ook jij, ongelukkige, meest geliefde van mijn vrienden, zelf een lekkere maaltijd snel en vlug in de tent plaatste, telkens wanneer de Grieken zich haastten om de droevige strijd bij de paardenmennede Trojanen te brengen. En nu lig jij doorboord, maar mijn hart is niet gesterkt door drank en voedsel, hoewel er binnen in mijn tent voldoende is, uit het verlangen naar jou; want ik zou niet iets anders slechters kunnen ondergaan ook niet als ik zou vernemen dat mijn vader overleden is, die nu misschien in Phtia ronde tranen vergiet door het gemis van zo'n zoon; maar ik vecht in een vreemd land tegen de Trojanen terwille van de afschuwelijke Helena;
of als ik zou vernemen dat hij gestoven was die voor mij wordt in Skyros als geliefde zoon als ten minste de goedgelijkende Neptolemos nog in leven is.
Want vroeger verwachtte mijn hart in mijn borst dat alleen ik zou omkomen ver van het paardentemmende Argos hier in Troje (1), maar dat jij (2) zou terugkeren naar Phtia opdat jij mijn zoon op een groot en snel schip wegbrengt uit Skyros en hem alles zou tonen mijn bezit en slaven en mijn huis met hoge dak.
Want ik denk dat Peleus ofwel allang gestoven is ofwel misschien nog maar net levend, bedroefd is geworden omdat hij altijd een treurig bericht van mij verwacht, wanneer hij verneemt dat ik ben omgekomen.
(1): blijkbaar ging Achilles er al vanaf het begin vanuit dat hij de Trojaanse Oorlog niet zou overleven
(2): met jij wordt Patroklos bedoeld.
vragen:
17. het eten en drinken dat voorgezet werd
18. Patroklos
19. hij rouwt om Patroklos
20. [skurohi eni]
21. B
22. Patroklos
23. a- 'als al niet' .. 'toch'
b- verpletterd
c- r. 337 [aiei]
Een verdrietig weerzien 19.282 - 300
Briseis, op de gouden Aphrodite gelijkend, jammerde vervolgens luid, toen zij zag dat Patroklos doorboord wordt door het scherpe brons, nadat zij de armen om hem heen had geslagen, reet zij met haar handen haar borst, haar zachte nek en haar mooie gezicht open.
De vrouw, gelijkend op godinnen, zei huilend;
'O Patroklos, die mij, ellendige, het meest dierbaar is in mijn hart. Ik liet jou levend achter toen ik uit de tent ging, nu tref ik je dood aan terwijl ik weer terugkeer, aanvoerder van krijgsvolk; zo volgt mij altijd de ramp op ramp. De man aan wie mijn vader en machtige moeder mij hadden gegeven zag ik voor de stad doorboord door het scherpe brons, drie broers die een moeder voor mij ter wereld had gebracht, drie dierbare broers die allen de dag van het verderf bereikten.
Maar geenszins liet jij steeds toe (1) dat ik huilde toen de snelle Achilles mijn man doodde en de stad van de god Mynes verwoestte, maar jij steeds beloofde mij tot wettige echtgenote van de goddelijk Achilles te zullen maken en mij te zullen leiden op de schepen naar Phtia, en een bruilofsmaaltijd te zullen geven samen met de Myrmidoniers.
Ik beween hevig dat jij gestorven bent, altijd vriendelijke.'
(1): wat bedoeld wordt is dat Patroklos dus niet toeliet dat zij huilde om de dood van haar man.
vragen:
9. a- 'ghalkohi]
b- [t' - ehd - ide]
10. a- tweede helft, eerste regel
b- ze had zich helemaal opgekraamd
11. a- 1- [tethnehohta]
2- [kighanomai]
3- [aps' anious']
b- parallellisme
12. a- het zijn volle broers; hechte familie
b- enjambement
Achilles ontroostbaar 19.301 - 313
Zo sprak zij huilend, erbij zuchtten de vrouwen, uiterlijk om Patroklos, maar innerlijk ieder om hun eigen leed. Rondom hem (1) verzamelden de oude mannen van de Grieken zich terwijl zij smeekten tot eten; maar hij weigerde terwijl hij zuchtte;
'Ik smeek, als iemand van mijn eigen (2) vrienden mij tenminste vertrouwt, beveel me niet eerder (3) me te goed te doen aan eten noch drank, aangezien verschrikkelijk leed mij getroffen heeft;
want ik zou wachten tot zonsondergang en ik zal het in ieder geval verdragen.
Nadat hij dit zo zei gingen de andere koningen weg, de 2 zonen van Atreus bleven achter en de schitterende Odysseus en Nestor en de oude Idomeneus en de oude wagenstrijder Phoinix. Terwijl ze dievende die heel verdrietig was (4) probeerden op te vrolijken maar hij liet zich niet opvrolijken in zijn hart voordat de mond van de bloedige oorlog binnen was geweest.
(1): Achilles
(2): letterlijk staat er geliefde, maar bij Homerus kun je dat vaak vertalen als mijn eigen
(3): eerder dan de zon ondergaat, hij wil uit rouw om de dood van Patroklos vasten.
(4): namelijk Achilles
vragen:
13. 1- duratief
2- conatief
3- iteratief
14. Patroklos luisterde niet naar hem
15. conatief; praesens van poging
16. a- personificatie
b- de oorlog is een soort van monster
Rouw om een vriend 19.314 - 337
Nadat hij het zich herinnerde slaakte hij een diepe zucht en zei;
'Ach ik weet nog goed hoe ook jij, ongelukkige, meest geliefde van mijn vrienden, zelf een lekkere maaltijd snel en vlug in de tent plaatste, telkens wanneer de Grieken zich haastten om de droevige strijd bij de paardenmennede Trojanen te brengen. En nu lig jij doorboord, maar mijn hart is niet gesterkt door drank en voedsel, hoewel er binnen in mijn tent voldoende is, uit het verlangen naar jou; want ik zou niet iets anders slechters kunnen ondergaan ook niet als ik zou vernemen dat mijn vader overleden is, die nu misschien in Phtia ronde tranen vergiet door het gemis van zo'n zoon; maar ik vecht in een vreemd land tegen de Trojanen terwille van de afschuwelijke Helena;
of als ik zou vernemen dat hij gestoven was die voor mij wordt in Skyros als geliefde zoon als ten minste de goedgelijkende Neptolemos nog in leven is.
Want vroeger verwachtte mijn hart in mijn borst dat alleen ik zou omkomen ver van het paardentemmende Argos hier in Troje (1), maar dat jij (2) zou terugkeren naar Phtia opdat jij mijn zoon op een groot en snel schip wegbrengt uit Skyros en hem alles zou tonen mijn bezit en slaven en mijn huis met hoge dak.
Want ik denk dat Peleus ofwel allang gestoven is ofwel misschien nog maar net levend, bedroefd is geworden omdat hij altijd een treurig bericht van mij verwacht, wanneer hij verneemt dat ik ben omgekomen.
(1): blijkbaar ging Achilles er al vanaf het begin vanuit dat hij de Trojaanse Oorlog niet zou overleven
(2): met jij wordt Patroklos bedoeld.
vragen:
17. het eten en drinken dat voorgezet werd
18. Patroklos
19. hij rouwt om Patroklos
20. [skurohi eni]
21. B
22. Patroklos
23. a- 'als al niet' .. 'toch'
b- verpletterd
c- r. 337 [aiei]
GR 7 Homerus en de homerische kwestie
Homerus
Al in de oudheid was weinig over Homerus bekend. Men dacht dat hij tussen de 12e en 7e eeuw op de Ionische kust moet hebben geleefd. De levensbeschrijvingen van Homerus uit de oudheid waren ook onbetrouwbaar (veel later en gebaseerd op Ilias en Odyssee).
Sommige mensen denken dat hij nooit bestaan heeft of dat hij de auteur van zowel de Ilias als de Odyssee was.
Tegenwoordig denkt men dat hij in de 8e eeuw geleefd heeft en rondtrok langs vorstenhoven op de Ionische kust, omdat het Ionische dialect een dominante plaats inneemt.
Homerische kwestie
In de 18e eeuw ontstond een een wetenschappelijke controverse; de homerische kwestie. Men ontdekte in de Ilias en Odyssee inconsistenties in compositie en stijl.
1795: De Duitse geleerde Friedrich August Wolf beweert in zijn boek Prolegomena ad Homerum (voorwoord bij Homerus) dat de epen het product waren van eeuwenoude traditie van volkspoezie.
Dit leidde tot een strijd tussen de Analytici (gingen op zoek naar tegenstrijdigheden om theorie van Wolf te ondersteunen)en de Unitariers (wezen op zorgvuldig geplande opbouw van het verhaal, consequente hoge artistieke gehalte en de vele vooruit en terugwijzingen; de epen zijn geschreven door een persoon).
1928: De Amerikaanse geleerde Milman Parry constateerde dat de Ilias en Odysssee voor een groot deel bestonden uit herhalingen (woordgroepen, verzen, passages, vertelpatronen) en dat hier een systeem in zat. Dit zou het gevolg zijn van de vertellerstraditie. Vertellers gebruikte de vaste formules om de voordracht te componeren. (Dit bewees hij aan de hand van onderzoek in Joegoslavie naar vergelijkbaar vertellerstraditie) De Ilias en Odyssee zouden het eindpunt kunnen vormen van een eeuwenlange mondelinge overlevering. Homerus zou een aeidos geweest zijn.
Op deze manier kon de theorie van de Analytici verklaard worden. Door formules en vaste scenes bleven oudere elementen bewaard.
Een andere reden om aan te nemen dat de epen uit de orale traditie stammen is doordat je kan zien dat de dichter meestal per versregel of deel van een versregel denkt.
Waardering in de oudheid
De Grieken waren ervan overtuigd dat de feiten die Homerus vermeldde echt gebeurd waren en dat zijn helden historische figuren waren. Minstens een keer per jaar werd een wedstrijd in het voordragen van Homerus' werk voor voordrachtskunstenaars gehouden waar heel veel inwoners van Athene naar kwamen luisteren.
Homerus was de eerste en belangrijkste schrijver in het onderwijs, aan de hand van zijn werk leerden men schrijven en lezen. Ook moesten de jongens veel uit hun hoofd leren.
Hij werd DE dichter; ho poiehtehs, genoemd en vormde de grondslag van hun beschaving, literatuur en wetenschap.
Zijn werk, door het besef van gemeenschappelijke geschiedenis, Olympische goden en waarden, verbond de Griekse volken.
Ook was Homerus belangrijk in het Romeinse onderwijs, maar is de belangrijkste Romeinse epos 'Aeneis' van Vergilius (1e eeuw VC).
Over de dood van Homerus
eerste versie:
Homerus belandde op het eiland Ios, waar zijn moeder vandaan kwam, en wilde daar zijn gedichten voordragen maar hij werd telkens onderbroken door jongelui die hem belachelijk maakten. Hij trok zich terug op zijn kamer en stierf. Op het eiland staat nu een stenen bouwwerkje met daarop 'graf van Homerus', dit is een toeristische attractie.
tweede versie:
De wijsgeer Herakleitos (eind 6e eeuw) schreef dat wat jongelui een raadseltje bedacht hadden; 'wat we gezien en gevangen hebben, dat hebben wij achtergelaten en wat wij niet gezien en niet gevangen hebben, hebben wij bij ons.' nadat zij luizen van hun hoofd gedood hadden. Homerus, wijzer dan alle mensen, stierf van ergernis omdat hij het niet kon oplossen.
Wie was Homerus en waar leefde hij?
Volgens de traditie was Homerus een blinde zanger die op de Ionische kust woonde. Al in de oudheid noemden 7 steden zich de woonplaats van Homerus (Smyrna, Rhodos, Kolophon, Salamis, Chios, Argos en Athene). Toen keizer Hadrianus op rondreis door Griekenland was vroeg hij het orakel van Delphi waar Homerus geboren was en wie zijn ouders waren. De Pythia antwoordde dat Homerus was geboren op Ithaka en dat zijn ouders Telemachos, zoon van Odysseus, en Epikaste, dochter van Nestor waren. Hij zou dus de rondzwervingen van zijn opa bezongen hebben in de Odyssee.
Maar op grond van taalgebruik worden Smyrna en Chios als waarschijnlijkste geboorteplaatsen aangewezen. Op Chios zou hij les gegeven hebben op een school, een uit rots gehouwen zetel waar hij gezeten zou hebben is hier nog te zien.
Dat Homerus blind zou zien is waarschijnlijk gebaseerd op het personage Demodokos uit de Odyssee (een blinde ziener aan het hof van koning Alkinoos), dit zou een zelfportret geweest zijn. Maar uit het beschrijvingen in de teksten blijkt een heel scherp opmerkingsvermogen voor een blinde.
Een Engelse geleerde had ontdekt dat als je de naam omgekeerd in het Hebreeuws zou lezen, je de naam Salomo zou krijgen. Homerus zou een naam zijn voor koning Salomo die in de 9e in Israel heerste.
Al in de oudheid was weinig over Homerus bekend. Men dacht dat hij tussen de 12e en 7e eeuw op de Ionische kust moet hebben geleefd. De levensbeschrijvingen van Homerus uit de oudheid waren ook onbetrouwbaar (veel later en gebaseerd op Ilias en Odyssee).
Sommige mensen denken dat hij nooit bestaan heeft of dat hij de auteur van zowel de Ilias als de Odyssee was.
Tegenwoordig denkt men dat hij in de 8e eeuw geleefd heeft en rondtrok langs vorstenhoven op de Ionische kust, omdat het Ionische dialect een dominante plaats inneemt.
Homerische kwestie
In de 18e eeuw ontstond een een wetenschappelijke controverse; de homerische kwestie. Men ontdekte in de Ilias en Odyssee inconsistenties in compositie en stijl.
1795: De Duitse geleerde Friedrich August Wolf beweert in zijn boek Prolegomena ad Homerum (voorwoord bij Homerus) dat de epen het product waren van eeuwenoude traditie van volkspoezie.
Dit leidde tot een strijd tussen de Analytici (gingen op zoek naar tegenstrijdigheden om theorie van Wolf te ondersteunen)en de Unitariers (wezen op zorgvuldig geplande opbouw van het verhaal, consequente hoge artistieke gehalte en de vele vooruit en terugwijzingen; de epen zijn geschreven door een persoon).
1928: De Amerikaanse geleerde Milman Parry constateerde dat de Ilias en Odysssee voor een groot deel bestonden uit herhalingen (woordgroepen, verzen, passages, vertelpatronen) en dat hier een systeem in zat. Dit zou het gevolg zijn van de vertellerstraditie. Vertellers gebruikte de vaste formules om de voordracht te componeren. (Dit bewees hij aan de hand van onderzoek in Joegoslavie naar vergelijkbaar vertellerstraditie) De Ilias en Odyssee zouden het eindpunt kunnen vormen van een eeuwenlange mondelinge overlevering. Homerus zou een aeidos geweest zijn.
Op deze manier kon de theorie van de Analytici verklaard worden. Door formules en vaste scenes bleven oudere elementen bewaard.
Een andere reden om aan te nemen dat de epen uit de orale traditie stammen is doordat je kan zien dat de dichter meestal per versregel of deel van een versregel denkt.
Waardering in de oudheid
De Grieken waren ervan overtuigd dat de feiten die Homerus vermeldde echt gebeurd waren en dat zijn helden historische figuren waren. Minstens een keer per jaar werd een wedstrijd in het voordragen van Homerus' werk voor voordrachtskunstenaars gehouden waar heel veel inwoners van Athene naar kwamen luisteren.
Homerus was de eerste en belangrijkste schrijver in het onderwijs, aan de hand van zijn werk leerden men schrijven en lezen. Ook moesten de jongens veel uit hun hoofd leren.
Hij werd DE dichter; ho poiehtehs, genoemd en vormde de grondslag van hun beschaving, literatuur en wetenschap.
Zijn werk, door het besef van gemeenschappelijke geschiedenis, Olympische goden en waarden, verbond de Griekse volken.
Ook was Homerus belangrijk in het Romeinse onderwijs, maar is de belangrijkste Romeinse epos 'Aeneis' van Vergilius (1e eeuw VC).
Over de dood van Homerus
eerste versie:
Homerus belandde op het eiland Ios, waar zijn moeder vandaan kwam, en wilde daar zijn gedichten voordragen maar hij werd telkens onderbroken door jongelui die hem belachelijk maakten. Hij trok zich terug op zijn kamer en stierf. Op het eiland staat nu een stenen bouwwerkje met daarop 'graf van Homerus', dit is een toeristische attractie.
tweede versie:
De wijsgeer Herakleitos (eind 6e eeuw) schreef dat wat jongelui een raadseltje bedacht hadden; 'wat we gezien en gevangen hebben, dat hebben wij achtergelaten en wat wij niet gezien en niet gevangen hebben, hebben wij bij ons.' nadat zij luizen van hun hoofd gedood hadden. Homerus, wijzer dan alle mensen, stierf van ergernis omdat hij het niet kon oplossen.
Wie was Homerus en waar leefde hij?
Volgens de traditie was Homerus een blinde zanger die op de Ionische kust woonde. Al in de oudheid noemden 7 steden zich de woonplaats van Homerus (Smyrna, Rhodos, Kolophon, Salamis, Chios, Argos en Athene). Toen keizer Hadrianus op rondreis door Griekenland was vroeg hij het orakel van Delphi waar Homerus geboren was en wie zijn ouders waren. De Pythia antwoordde dat Homerus was geboren op Ithaka en dat zijn ouders Telemachos, zoon van Odysseus, en Epikaste, dochter van Nestor waren. Hij zou dus de rondzwervingen van zijn opa bezongen hebben in de Odyssee.
Maar op grond van taalgebruik worden Smyrna en Chios als waarschijnlijkste geboorteplaatsen aangewezen. Op Chios zou hij les gegeven hebben op een school, een uit rots gehouwen zetel waar hij gezeten zou hebben is hier nog te zien.
Dat Homerus blind zou zien is waarschijnlijk gebaseerd op het personage Demodokos uit de Odyssee (een blinde ziener aan het hof van koning Alkinoos), dit zou een zelfportret geweest zijn. Maar uit het beschrijvingen in de teksten blijkt een heel scherp opmerkingsvermogen voor een blinde.
Een Engelse geleerde had ontdekt dat als je de naam omgekeerd in het Hebreeuws zou lezen, je de naam Salomo zou krijgen. Homerus zou een naam zijn voor koning Salomo die in de 9e in Israel heerste.
GS koude oorlog dc1
Aangeraden stof: 12.3,
12.4, 13.1, 13.2, 13.3, 13.4, 13.5
HC
Koude Oorlog
Aantekeningen
Historische Context Koude Oorlog 1945
1991
Deelcontext
1: Twee ideologische blokken
Waardoor
raakte Europa verdeeld in twee ideologische blokken en waardoor groeide de
spanning tussen deze blokken?
In
1917 vond de Russische Revolutie plaats waarin Tsaar Nicholas II afgezet werd
en de communisten de macht grepen (er kwam een einde aan de lange
Tsarentraditie in Rusland). De communistische partij streefde in eerste plaats
naar een klasseloze samenleving, maar het uiteindelijke doel was een
wereldrevolutie. Onder partijleider Josef Stalin werd de communistische
Sovjet-Unie een totalitair regime. Individuele vrijheid werd gezien als gevaar.
Voor
de VS en andere Westerse lande vormde individuele vrijheid juist de basis van
een goede samenleving. Dit is te zien aan democratie (politiek) en
vrijemarkteconomie/kapitalisme (economie). Ondanks de ideologische verschillen
vochten de SU en VS samen tegen de asmogendheiden (Nazi-Duitsland, Italie,
Japan). Maar de spanningen liepen hoog op en de struikelblokken werden
duidelijk tijdens Conferentie van Potsdam 1945.
·
Verschillende
mening over hoe de macht in Europa moest worden verdeeld. VS wilde democratie,
maar Stalin zag dit niet zitten.
·
Grenzen van
het verslagen Duitsland
Het
wantrouwen en meningsverschil tussen beide partijen leidde tot verdeling in 2
invloedssferen; volksdemocratische/communistische en
democratische/kapitalistische. De staten in de invloedssfeer van Rusland werden
vazalstaten/satellietstaten.
Na
de WOII lag in Europa in puin. Dit leidde ertoe dat veel mensen het communisme
als oplossing voor de armoede gingen zien, er werden veel communistische
partijen in West-Europa opgericht. Deze ontwikkelingen werden door de VS
president Harry Truman met wantrouwen bekeken. Daarom introduceerde hij in 1947
de Trumandoctrine. Hij beloofde hierin steun aan alle landen die het communisme
buiten de deur wilden houden. Omdat Truman geloofde dat een economisch sterk
land minder snel zou vallen voor het communisme, werd het Marshallplan
ontwikkeld.
1947:
Marshallplan
Door
de oorlog was de Europese economie verwoest, maar de Amerikaanse economie juist
opgebloeid. Truman maakte zich zorgen dat communistische partijen van de
armoedige situatie in Europa konden profiteren. De minister van Buitenlandse
Zaken George Marshall kondigde daarom een hulpprogramma aan. Dit programma
duurde van 1948 tot 1952. Ook gingen West-Europese landen samenwerken, eerst op
het gebied van staal en kolen, later op allerlei terreinen. Hierdoor groeide de
economie heel sterk. Ook Oost-Europese landen mochten meedoen aan het
Marshallplan maar dit werd door Stalin verboden.
Tijdens
de Blokkade van Berlijn in Juni 1948 kwam deze Trumandoctrine verder tot
uiting. Stalin had West-Berlijn (gebied van de Westerse mogendheden)
geblokkeerd (eilandje in SU-gebied) uit ongenoegen over de invoering van de
eigen munt in de geallieerde gebieden (tegen de afspraken). Truman zorgde dat
de inwoners van West-Berlijn toch bevoorraad bleven (door vliegtuigen) en na 11
maanden hief Stalin de blokkade op. In 1949 werd Berlijn formeel in tweeen
gesplitst; West werd DDR en Oost werd BRD. Europa bestond nu uit twee
ideologische machtsblokken.
In
augustus 1945 had de VS Japan tot overgave gedwongen door de atoombommen op
Nagasaki en Hiroshima. Het was een grote schok voor de VS dat Rusland 4 jaar
later ook in staat was een atoombom te maken. De wapenwedloop tussen de
machtblokken die ontstond, ging gepaard met de vorming van twee militaire
bondgenootschappen; de NAVO en het Warschaupact. Uit angst voor een WOIII als
gevolg van de spanning tussen Oost en West gingen West-Europese landen
samenwerken op economisch gebied, dit vormde de basis voor de latere Europese eenwording.
1945
Atoombom op Hiroshima
Na
de capitulatie van Duitsland was Japan niet van plan zich over te geven.
Amerika zag op tegen een veroveringsoorlog en koos daarom voor een nieuwe
strategie; het gebruik van massavernietigingswapens. Het eerste doel was de
stad Hiroshima, maar nog steeds gaf Japan zich niet over. Pas na het
bombardement van Nagasaki gaf de Japanse keizer Hirohito zich over.
1950 redevoering van senator McCarthy
over communisten in de Verenigde Staten
Op 9
februari hield de republikeinse senator McCarthy een toespraak waarin hij een
lijst van zogenaamde communisten binnen de Amerikaanse regering liet zien. Het
senaat stelde een commissie op om deze aanklacht te onderzoeken, waaruit bleek
dat dit onzin was. Maar in juli 1950 brak de Koreaoorlog uit waardoor mensen
heel angstig werden voor communistische spionage van binnenuit. Er werden
hoorzittingen voor verdachten georganiseerd, vaak met maar weinig bewijs. Toch
verloren vele verdachten hun baan of kregen straf.
Een
beroemd proces was tegen Ethel en Julius Rosenberg in 1951. Het echtpaar werd
op grond van verdenking van spionage op het gebied van atoomwapens ter dood
veroordeeld. Later bleek dat de veroordeling terecht was.
Omslagpunten
WO II:
sept
1939 VK
verklaart Duitsland de oorlog
1940 Battle
of Britain (evacuatie Duinkerken)
Juni
1941 Operatie
Barbarossa
Dec
1941 Pearl
Harbor
Zomer
1942 Slag
bij El Alamein
1942/1943 Slag
om Stalingrad
1943 geallieerden
landden in Italie
juni
1944 D-day
De
koude Oorlog begon al in WO II. Stalin werd bondgenoot van de geallieerden,
terwijl sommige Duitsers nog steeds hoopten op een samenwerking met de SU.
Vanaf 1943 vechten de geallieerden tegen Duitsland, vanaf juni 1944 vecht SU
met hen. De meeste slachtoffers vielen onder de Sovjets.
Stalin
was formeel bondgenoot van VK, maar hem werd geen tweefrontenoorlog gegund,
waardoor Rusland alle klappen moest opvangen. De geallieerden stuurden wel
troepen naar Italie, bij wijze van tweede front, maar deze was niet groot
genoeg (door de Alpen). Churchill wilde niet te veel toegeven aan de
verlangens/eisen van Stalin, hij wilde hem de weg afsnijden naar Berlijn omdat
Stalin zijn invloedssfeer wilde uitbreiden dmv WO II. Stalin had echter het
plan van Churchill door en eiste om deze reden een tweede front.
Stalin
was bang dat zijn bondgenoten hem helemaal niet te hulp zouden schieten doordat
zij telkens een landing uitstelden. Dit kwam echter door het feit dat zij meer
tijd nodig hadden. Deze clash eindigde in de D-day; de landing van het tweede
front.
Churchill
en Stalin vertrouwden elkaar totaal niet, en stonden vaak tegenover elkaar.
Hoewel Roosevelt pro-Westen was vormde hij een brug tussen Churchill en Stalin. De oorzaak van dit wantrouwen was het feit dat WOI in eerste instantie begon met een bondgenootschap tussen DU en SU, en dat SU aan het eind van de oorlog capituleerde (als gevolg van revolutie van 1917). Daarbij was de SU communistische wat voor verder wantrouwen zorgden.
Breuk
in Russische economie:
Economie
van Rusland tijdens Tsarenrijk: feodaal agrarisch systeem
Economie
tijdens Lenin: NEP=communisme met een beetje kapitalisme
Economie
tijdens Stalin: planeconomie met 5 jaren-plannen
Continuiteit in Russische politiek: autocratisch, continentaal
imperialisme
Januari
1943: Conferentie van Casablanca
Bijeenkomst
van Westelijke geallieerden (Churchill, Roosevelt, Giraud en de Gaulle).
Afspraken:
1)
landing in Italie (VS legde contact met Siciliaanse bevolking door middel van
de Amerikaanse vakbonden, die beheerst werden door de mafia)
2)
unconditional surrender; nooit in onderhandeling gaan met Hitler maar door gaan
tot hij aan de grond zit.
December
1943: Conferentie van Teheran
Bijeenkomst
met als doel Stalin te betrekken bij de plannen van de Westelijk geallieerden,
deelnemers waren Churchill, Roosevelt en Stalin.
Stalin
had als doel een tweede front te openen in Frankrijk, aangezien Rusland nu
alleen tegen Hitler vocht en de Westelijk geallieerden niks voor hun rekening
namen. Dit zou komen doordat de VS nog moest voorbereiden op een aanval, maar kan
ook heel goed zijn dat Roosevelt het wel voordelig vond dat Rusland de klappen
opving.
Februari
1945: Conferentie van Jalta (voor verovering Duitsland)
Hoewel Duitsland nog niet verslagen was,
was het doel van deze bijeenkomst een verdeling te maken van de landen na de
overwinning op Duitsland. Deelnemers waren Churchill, Roosevelt en Stalin.
Afspraken:
1)
oprichting van de VN in plaats van de Volkenbond
2)
democratische verkiezingen in heel Europa
3)
Duitsland wordt verdeeld in 4 bezettingsgebieden (nog geen verdeling)
4)
Polen wordt onafhankelijk maar blijft binnen de invloedssfeer van Rusland,
Oost-Polen blijft Russisch. (Dit
als gevolg van het Molotov-Von Ribbentroppact.
-
omdat Oost-Polen Russisch wordt krijgt Polen er in het Westen gebieden van
Duitsland bij.
Juli/augustus 1945: Conferentie van Potsdam (na capitulatie Duitsland)
Deelnemers
waren Churchill/Attler, Truman (ipv Roosevelt), Stalin en de Gaulle.
Afspraak:
1)
Duitsland zou tijdelijk verdeeld worden, maar het was de bedoeling dat het na
verloop van tijd weer bijelkaar zou komen. Deze verdeling gold ook voor
Berlijn, dat midden in Oost-Duitsland lag.
2)
Duitsland moest democratisch, gedemilitariseerd en gedenazificeerd worden.
3)
Elzas-Lotheringen wordt Frans
4)
Polen wordt verdeeld langs de Oder-Neisse-grens, bij Polen komen Zuid-Puisen,
Pommeren en Silezie. Duitsers woren verdreven uit deze ex-Duitse gebieden en
uit Sudetenland met de gedachte dat de Lebensraum-claimers zo verbannen werden.
Nu zou deze verdrijving een etnische zuivering (=oorlogsmisdaad) zijn, omdat
deze Duitsers al generaties lang in deze gebieden woonden.
Ijzeren
gordijn: Grens tussen kapitalistische en communistische invloedssfeer. Pas in
1961 werden er daadwerkelijk hekken en muren tussen Oost en West Duitsland
geplaatst.
Neurenberg:
symbolische waarde voor de nazi’s
Munchen:
bakermat voor het nazisme
Proces
van Neurenberg (denazifisering)
In
Neurenberg werd een gezamelijke rechtbank voor de nazi-top opgesteld door de
geallieerden. Ineens moest er internationaal recht gesproken worden, terwijl de
regels tussen de verschillende landen sterk verschilden. Deze internationale
rechtzaken waren echter symbolisch voor rechtvaardigheid. In praktijk bleven
veel ex-partijleden in functie omdat deze nodig waren om een functionerende
staat te behouden (politie, rechters) en communisten geen kans te geven in het
machtsvacuum. Ook moest je in nazi-Duitsland lid zijn van de partij om bepaalde
functies te mogen bekleden, velen waren voor de show partijlid.
1949:
oprichting NAVO
1955:
oprichting Warschaupact
1947:
Trumandoctrine
Hierin
uitte de Amerikaanse president Truman zijn containmentpolitiek; het communisme
mocht zich niet uitbreiden door het onstane machtsvacuum in veel landen als
gevolg van WO II. Hij beloofde dat de VS ieder land dat vreesde communistisch
te worden, zou helpen. Landen die al communistisch waren, werden genegeerd.
Na
de WO II dwong de VS landen die gebruik maakten van het Marshallplan te
dekoloniseren (Nederland moest afstand doen van Indonesie; onderhandelingen met
nationalist Soekarno om communisme geen kans te geven). Het gevolg van de
dekolonisatie van veel derdewereldlanden was dat er een machtsvacuum ontstond
in deze landen, waar communistische partijen gebruik van konden maken.
Truman
geloofde in de dominotheorie; als een land rood werd, zouden er ook andere
omvallen voor het communisme.
Let
op: het Marshallplan is geen onderdeel van de containmentpolitiek waarin
communistische landen genegeerd werden. De hulp werd ook aan Oost-Europese
landen aangeboden maar werden gedwongen te weigeren door Stalin.
1823:
Monroedoctrine
Beginsel
voor buitenlandse politiek van de VS. Veel kolonies hadden in die tijd met
succes hun onafhankelijkheid bevochten, om kolonisatoren te ontmoedigen opnieuw
kolonies te stichten, verbood Monroe kolonisatie op het Wesetlijk halfrond op
straffe van Amerikaanse interventie. Bestaande kolonies werden gerespecteerd.
Breuk
met isolationalisme van de VS.
Das
Witschaftswunder; sterke groei van West-Duitse economie na WO II.
1950: McCarthynisme (onder Eisenhower)
Senator (van Wisconsin) McCarthy begint een ‘heksenjacht’ binnen de politiek op communisten en sympatisanten van het communisme. Dit deed hij uit angst voor de 5e colonne (1). Hij claimde een ledenlijst te hebben van de communistische partij waar ook mensen opstonden die voor de Amerikaanse regering werkten.
Het was voor McCarthy mogelijk deze maatregelen te nemen door de paragraaf ‘Un-American Activities’, die erg vaak en rekbaar is. De ‘ideologische zuivering’ breidde zich uit naar andere bedrijfstakken, die onderzoekscommissies aanstellen om hun bedrijfstak te zuiveren. Een bekend voorbeeld is de filmindustrie in Hollywood. Dit komt doordat een groot deel van de culturele elite daar van origine linkse Duitsers waren, die gevlucht waren voor de fascisten. De geladen sfeer in deze tijd wordt de ‘red scare’ genoemd.
Het motief van McCarthy was om zijn carriere, die dreigde te eindigen, een nieuwe boost te geven. Hij maakte hiervoor gebruik van de toenmalige angst voor het communisme. Dat hij de zuivering begon was dus niet voor het collectief belang van de Amerikanen maar voor zijn eigen gewin.
(1): Tijdens de Spaanse Burgeroorlog claimde Franco dat er niet 4 maar 5 colonnes (legerdelen) waren. De 5e colonne zou in Madrid zijn en bestaan uit sympatisanten die zouden opstaan en de vijand zouden grijpen. De ‘5e colonne’ staat dus voor een heimelijke vijand binnen je eigen gebied (als een soort spion).
Het gevolg van de angst voor een 5e colonne is dat men mensen die gerelateerd kunnen worden aan de vijand gaat wantrouwen.
(Nederland: moslims, Amerika tijdens WO II: Japans-Amerikanen)
woensdag 19 november 2014
AK gesteentes
Metamorfgesteente; ontstaat onder hoge druk en temperatuur (subductiezones)
Stollingsgesteente; gestolde magma en lava deze is onder te verdelen in 3 groepen;
1) diepgesteente in intrusies (te herkennen aan kristallisatie)
2) uitvloeiingsgesteente (geen kristallisatie)
3) ganggesteente
Sedimentgesteente
....
zondag 16 november 2014
FA vragen over 'l'enfant de Noé' ONAF
literatuur: vragen over 'l'enfant de Noé'
1) donnez l'explication du titre
Noé collectionne des animaux, 2 par espèce pour sauver l'humanité. Père Pons verzamelt Joodse gebruiken/objecten (?) omdat er anders door de nazi's niks meer van over zal blijven (zoals Noach) blz. 61
2) quand est-ce que l'histoire se joue?
1943
3) qui est le personnage principal
le personnage principal est un orphelin de guerre (WO II)
4) blz. 14, r. 8; 'etoiles filantes' wat wordt hiermee bedoeld?
de jas die zijn vader maakte om de jodenster te bedekken.
Gros Jacques = un traîte juif
Chemlay = le village du père Pons (dichtbij Brussel)
Pharmacienne Marcella = erg lelijke vrouw, geeft valse identiteitsbewijzen en voedselbonnen (Marcella chanteert de burgemeester die diabetes heeft; insuline voor voedselbonnen. De burgemeester is bang want bij meer voedselbonnen zullen ze eerder opvallen bij de nazi's)
un pou = een luis
timbre de ravitaillement = voedselbon
1) donnez l'explication du titre
Noé collectionne des animaux, 2 par espèce pour sauver l'humanité. Père Pons verzamelt Joodse gebruiken/objecten (?) omdat er anders door de nazi's niks meer van over zal blijven (zoals Noach) blz. 61
2) quand est-ce que l'histoire se joue?
1943
3) qui est le personnage principal
le personnage principal est un orphelin de guerre (WO II)
4) blz. 14, r. 8; 'etoiles filantes' wat wordt hiermee bedoeld?
de jas die zijn vader maakte om de jodenster te bedekken.
Gros Jacques = un traîte juif
Chemlay = le village du père Pons (dichtbij Brussel)
Pharmacienne Marcella = erg lelijke vrouw, geeft valse identiteitsbewijzen en voedselbonnen (Marcella chanteert de burgemeester die diabetes heeft; insuline voor voedselbonnen. De burgemeester is bang want bij meer voedselbonnen zullen ze eerder opvallen bij de nazi's)
un pou = een luis
timbre de ravitaillement = voedselbon
Labels:
frans,
l'enfant de noé,
literatuur,
schmitt,
se
zaterdag 15 november 2014
GR 3 In Troje
ontmoeting met Hekabe 6.237-285
vragen:
1. a- Hekabe denkt dat de Trojanen de oorlog aan het verliezen zijn en dat Hektor terugkomt om Zeus een plengoffer te brengen (te vragen of Zeus hen wil bijstaan)
b- Door goede wijn voor hem te halen waarmee hij Zeus kan vereren en zichzelf volgens haar kan verkwikken
2. a-
Hekabe; Zeus vereren wijn drinken ;Hektor
x
wijn drinken Zeus vereren
b- r. 269/r. 279
slagveld plengen
x
plengen slagveld
Een vergeefs gebed 6.286 - 312
vragen:
3. a- overeenkomst; vooraanstaande vrouwen, duurste peplos, twaalf runderen
verschil; eis van dood Diomedes, uitdrukkelijke voorwaarde bij het offeren van de runderen
b- aangezien Theano er niet bij was toen Hektor de instructies gaf
c- alwetende verteller
4. Dat de smeekbedes aan Athene niet verhoord zullen worden r. 311
Paris 6.313 - 324
Hektor was op weg gegaan naar het mooie huis van Alexandros (1), dat hij zelf had gebouwd in gezelschap van mannen die toen de beste timmermannen in het grofkluitige Troje (2) waren, die voor hem een vrouwenvertrek en een mannenvertrek en een hof hadden gemaakt dichtbij de huizen van Priamos en van Hektor op de Akropolis.
Hektor, die geliefd bij Zeus was, was daar naar binnen gegaan, in zijn hand een lans van elf el lang; aan de voorkant van de speer schitterde een bronzen punt en rondom liep een goeden ring. Hij vond hem in het vrouwenvertrek terwijl hij zich bezighield met een prachtige wapenrusting, een schild en een pantser, en terwijl hij een gekromde boog uittestte en de Griekse Helena zat samen met haar slavinnen en droeg de dienaressen de schitterende handwerken op.
vragen:
5. a- Alexandros is Paris
b- [oi tot' aristoi ehsav]
6. Hij bevindt zich in het vrouwenvertrek
7. r. 315 [eribohlaki]
r. 318 [dii filos]
r. 319 [Argeieh]
*: bij het citeren van epitheton ornans alleen het bijvoeglijk naamwoord
De plicht roept 6.325 - 341
Nadat hij hem zag schold Hektor hem uit met lelijke woorden;
"Dwaas, het is niet goed dat hij hierom boos bent geworden. De manschappen zijn omgekomen in de strijd om de stad en de steile muur; doorwille van jou is de oorlog en strijd ontbrand rondom deze stad; jij zou ook een ander kunnen verwijten, die je zou zien terwijl hij zich onttrekt aan de huiveringwekkende oorlog. Dus sta op, opdat de stad niet snel door laaiend vuur verbrand wordt.
Van zijn kant antwoordde de op een god gelijkende Alexandros, "Hektor, aangezien jij mij terecht uitgescholden hebt en niet ten onrechte, daarom zal ik jou zeggen; verneem jij dit en hoor mij aan; heus zat ik niet zozeer uit woede noch uit verontwaardiging jegens de Trojanen in dit mannenvertrek maar ik wil mij overgeven aan mijn verdriet.
Maar nu mijn vrouw mij overreed heeft met vriendelijke woorden opdat ik aanzet tot oorlog; het schijnt ook aan mijzelf zo beter te zullen zijn, de overwinning wisselt de mannen af. Maar kom wacht nu, laat ik mijn Ares (1) betreffende uitrusting aantrekken; of ga, ik zal jou volgen, ik geloof dat ik jou zal inhalen.
vragen:
8. a-
b-
9. a- hij zegt gelijk dat Hektor hem terecht uitscheldt
b- verdriet belangrijker, moet overtuigd worden door zijn vrouw
c- r 338 [pareipous malakois]
d- 'of ga'
Helena 6.342 - 358
Zo sprak hij (1), maar Hektor met flikkerende helm sprak niets tegen hem; Helena sprak met vriendelijke woorden tot hem (2); "Zwager van mij, die een huiveringwekkend onheilstichtende hond is, ach een verschrikkelijke windvlaag had op de dag gelijk toen mijn moeder mij baarde, mij moeten wegvoeren naar het gebergte of naar de luid bruisende goven (3), daar waar de golven mij zouden hebben weggerukt voordat deze dingen gebeurd waren. Maar nu hebben de goden zo dit onheil bepaald, had ik hierop de echtgenote moeten zijn van een betere man (4), die weet zou hebben van verontwaardiging en veel verwijten van mannen. De geest aan hem daar (5) is dus niet stevig noch zullen zij dat in de toekomst zijn, daarom geloof ik ook dat hij ervan zal lusten.
Maar vooruit nu; kom naar binnen en ga zitten in een stoel (6), zwager, want de grootste oorlogsinspanning heeft jouw geest in beslag. Terwijl van mij de hond en terwille van de verblinding van Alexandros, op wie Zeus een verschrikkelijk lot heeft gelegd, opdat wij ook voor de mensen die in de toekomst zullen zijn, bezongen worden (7).
(1): Paris
(2): Hektor
(3): collectief enkelvoud vertalen als meervoud
(4): Helena bedoelt een betere man dan Paris
(5): Paris
(6): Blijkbaar stond Hektor al op de drempel om weg te gaan maar houdt Helena hem tegen.
(7): Homerus maakt hier een grapje; verwijst naar zijn eigen epos.
vragen:
10. a- ze voelt zich juist schuldig ('was ik maar weggevoerd'), niet gewetenloos
b- niet zo top, Helena is kritisch ten opzichte van Paris
c- r. 356 [atehs] verblinding
11. metriek
Geen tijd! 6.359 - 368
De grote Hektor met wuivend helmbos antwoordde haar daarna;
"Doe mij niet zitten, Helena, ook al bedoel je het goed; jij zult mij niet overtuigen; want mij hart verlangt inmiddels dat ik de Trojanen bijsta, die mij zeer missen terwijl ik afwezig ben. Maar jij moet hem hier aansporen, laat hij ook zichzelf haasten, opdat hij mij inhaalt zolang ik nog binnen in de stad ben.
Want ik zal ook naar huis gaan opdat ik mijn huisgenoten en geliefde echtgenote en zoon kan zien. Want ik weet niet of ik nog weer bij hen zal terugkeren of dat de goden door de handen van de Grieken reeds zullen doden.
vragen:
12. a- dat ze hem van de oorlog af wil houden
b- met 'de Trojanen missen mij' bedoelt Hektor dat Helena Paris moet aansporen
13. a- r. 364 [su]
b- r. 366 [te kai]
14. a- gebruikt als aanwijzend voornaamwoord
b- geen samentrekking
c- uitgang dativus meervoud
d- [ken] = [an]
e- [de] van richting
f [sfin] = [autois]
g- diectasis
vragen:
1. a- Hekabe denkt dat de Trojanen de oorlog aan het verliezen zijn en dat Hektor terugkomt om Zeus een plengoffer te brengen (te vragen of Zeus hen wil bijstaan)
b- Door goede wijn voor hem te halen waarmee hij Zeus kan vereren en zichzelf volgens haar kan verkwikken
2. a-
Hekabe; Zeus vereren wijn drinken ;Hektor
x
wijn drinken Zeus vereren
b- r. 269/r. 279
slagveld plengen
x
plengen slagveld
Een vergeefs gebed 6.286 - 312
vragen:
3. a- overeenkomst; vooraanstaande vrouwen, duurste peplos, twaalf runderen
verschil; eis van dood Diomedes, uitdrukkelijke voorwaarde bij het offeren van de runderen
b- aangezien Theano er niet bij was toen Hektor de instructies gaf
c- alwetende verteller
4. Dat de smeekbedes aan Athene niet verhoord zullen worden r. 311
Paris 6.313 - 324
Hektor was op weg gegaan naar het mooie huis van Alexandros (1), dat hij zelf had gebouwd in gezelschap van mannen die toen de beste timmermannen in het grofkluitige Troje (2) waren, die voor hem een vrouwenvertrek en een mannenvertrek en een hof hadden gemaakt dichtbij de huizen van Priamos en van Hektor op de Akropolis.
Hektor, die geliefd bij Zeus was, was daar naar binnen gegaan, in zijn hand een lans van elf el lang; aan de voorkant van de speer schitterde een bronzen punt en rondom liep een goeden ring. Hij vond hem in het vrouwenvertrek terwijl hij zich bezighield met een prachtige wapenrusting, een schild en een pantser, en terwijl hij een gekromde boog uittestte en de Griekse Helena zat samen met haar slavinnen en droeg de dienaressen de schitterende handwerken op.
vragen:
5. a- Alexandros is Paris
b- [oi tot' aristoi ehsav]
6. Hij bevindt zich in het vrouwenvertrek
7. r. 315 [eribohlaki]
r. 318 [dii filos]
r. 319 [Argeieh]
*: bij het citeren van epitheton ornans alleen het bijvoeglijk naamwoord
De plicht roept 6.325 - 341
Nadat hij hem zag schold Hektor hem uit met lelijke woorden;
"Dwaas, het is niet goed dat hij hierom boos bent geworden. De manschappen zijn omgekomen in de strijd om de stad en de steile muur; doorwille van jou is de oorlog en strijd ontbrand rondom deze stad; jij zou ook een ander kunnen verwijten, die je zou zien terwijl hij zich onttrekt aan de huiveringwekkende oorlog. Dus sta op, opdat de stad niet snel door laaiend vuur verbrand wordt.
Van zijn kant antwoordde de op een god gelijkende Alexandros, "Hektor, aangezien jij mij terecht uitgescholden hebt en niet ten onrechte, daarom zal ik jou zeggen; verneem jij dit en hoor mij aan; heus zat ik niet zozeer uit woede noch uit verontwaardiging jegens de Trojanen in dit mannenvertrek maar ik wil mij overgeven aan mijn verdriet.
Maar nu mijn vrouw mij overreed heeft met vriendelijke woorden opdat ik aanzet tot oorlog; het schijnt ook aan mijzelf zo beter te zullen zijn, de overwinning wisselt de mannen af. Maar kom wacht nu, laat ik mijn Ares (1) betreffende uitrusting aantrekken; of ga, ik zal jou volgen, ik geloof dat ik jou zal inhalen.
vragen:
8. a-
b-
9. a- hij zegt gelijk dat Hektor hem terecht uitscheldt
b- verdriet belangrijker, moet overtuigd worden door zijn vrouw
c- r 338 [pareipous malakois]
d- 'of ga'
Helena 6.342 - 358
Zo sprak hij (1), maar Hektor met flikkerende helm sprak niets tegen hem; Helena sprak met vriendelijke woorden tot hem (2); "Zwager van mij, die een huiveringwekkend onheilstichtende hond is, ach een verschrikkelijke windvlaag had op de dag gelijk toen mijn moeder mij baarde, mij moeten wegvoeren naar het gebergte of naar de luid bruisende goven (3), daar waar de golven mij zouden hebben weggerukt voordat deze dingen gebeurd waren. Maar nu hebben de goden zo dit onheil bepaald, had ik hierop de echtgenote moeten zijn van een betere man (4), die weet zou hebben van verontwaardiging en veel verwijten van mannen. De geest aan hem daar (5) is dus niet stevig noch zullen zij dat in de toekomst zijn, daarom geloof ik ook dat hij ervan zal lusten.
Maar vooruit nu; kom naar binnen en ga zitten in een stoel (6), zwager, want de grootste oorlogsinspanning heeft jouw geest in beslag. Terwijl van mij de hond en terwille van de verblinding van Alexandros, op wie Zeus een verschrikkelijk lot heeft gelegd, opdat wij ook voor de mensen die in de toekomst zullen zijn, bezongen worden (7).
(1): Paris
(2): Hektor
(3): collectief enkelvoud vertalen als meervoud
(4): Helena bedoelt een betere man dan Paris
(5): Paris
(6): Blijkbaar stond Hektor al op de drempel om weg te gaan maar houdt Helena hem tegen.
(7): Homerus maakt hier een grapje; verwijst naar zijn eigen epos.
vragen:
10. a- ze voelt zich juist schuldig ('was ik maar weggevoerd'), niet gewetenloos
b- niet zo top, Helena is kritisch ten opzichte van Paris
c- r. 356 [atehs] verblinding
11. metriek
Geen tijd! 6.359 - 368
De grote Hektor met wuivend helmbos antwoordde haar daarna;
"Doe mij niet zitten, Helena, ook al bedoel je het goed; jij zult mij niet overtuigen; want mij hart verlangt inmiddels dat ik de Trojanen bijsta, die mij zeer missen terwijl ik afwezig ben. Maar jij moet hem hier aansporen, laat hij ook zichzelf haasten, opdat hij mij inhaalt zolang ik nog binnen in de stad ben.
Want ik zal ook naar huis gaan opdat ik mijn huisgenoten en geliefde echtgenote en zoon kan zien. Want ik weet niet of ik nog weer bij hen zal terugkeren of dat de goden door de handen van de Grieken reeds zullen doden.
vragen:
12. a- dat ze hem van de oorlog af wil houden
b- met 'de Trojanen missen mij' bedoelt Hektor dat Helena Paris moet aansporen
13. a- r. 364 [su]
b- r. 366 [te kai]
14. a- gebruikt als aanwijzend voornaamwoord
b- geen samentrekking
c- uitgang dativus meervoud
d- [ken] = [an]
e- [de] van richting
f [sfin] = [autois]
g- diectasis
woensdag 12 november 2014
EN writing 1# letter of application
Writing
1#: Letter of Application
Zeger
Sonderveldstraat 22
1111 CC
Amstelveen
The
Netherlands
Student's
Sports Weekly
Over The
Top-Lane 2
2222 AA
London
United
Kingdom
12
November,2014
Dear
Sir/Madam,
I am
writing to you to express my interest in the volunteer position for the upcoming
sporting event. I believe I am an excellent fit for the job because I am an
enthusiastic sports fanatic and a great team player -not only on the field but
also in the office-.
When I
organized a fundraising for a new school building together with my classmates,
I noticed how much fun it is to work together and that being a good leader is in my
nature. People have always described me as a go-getter with a bubbly
personality, which can be very useful at a sporting event such as the one you
organise.
Due to my
multi-lingual upbringing, I speak 4 four languages; English, Finnish, Chinese and
Spanish. Last year I used my language skills to teach at a little Mexican
school where I taught young children basic English to use in their life. During
my stay in the little town, me and the other teachers planned multiple school
trips to get the kids out of the slums and give them a view of how life can be if they proceed their education. This taught me how you can best deal with
unexpected problems, such as kidnapped children and aggressive street dogs, and
how to calm down scared and angry people.
I find
that my personality and work experience form a great fit for the position of
volunteer at the sporting event and I do hope that you agree with me. I look forward to
hearing from you at your earliest convenience.
Merel Surname
GS Koude Oorlog
Conferentie van Casablanca (Marokko) 1943jan:
afspraken: 1) landing in Italie (door middel van contacten tussen de VS en Italiaanse maffia)
2) unconditional surrender: Hitler totaal verslaan en niet onderhandelen.
deelnemers:
Conferentie van Teheran (Iran) 1943dec:
deelnemers: Churchill, Roosevelt enStalin
Conferentie van Jalta (Krim) 1945feb:
deelnemers: Churchill, Roosevelt, Stalin
afspraken:
1) vormen van de Verenigde Naties als verbeterde Volkenbond
2) na de oorlog in heel Europa democratische verkiezingen
3) Duitsland wordt (tijdelijk?) verdeeld in 4 bezettingszones
4) Polen moet onafhankelijk worden, maar wel binnen de invloedssfeer van de Sovjet-Unie. Oost-Polen blijft bij de Sovjet-Unie en daarom krijgt Polen er een westelijk deel van Duitsland bij waardoor het land naar het Westen 'verschuift'.
afspraken: 1) landing in Italie (door middel van contacten tussen de VS en Italiaanse maffia)
2) unconditional surrender: Hitler totaal verslaan en niet onderhandelen.
deelnemers:
Conferentie van Teheran (Iran) 1943dec:
deelnemers: Churchill, Roosevelt enStalin
Conferentie van Jalta (Krim) 1945feb:
deelnemers: Churchill, Roosevelt, Stalin
afspraken:
1) vormen van de Verenigde Naties als verbeterde Volkenbond
2) na de oorlog in heel Europa democratische verkiezingen
3) Duitsland wordt (tijdelijk?) verdeeld in 4 bezettingszones
4) Polen moet onafhankelijk worden, maar wel binnen de invloedssfeer van de Sovjet-Unie. Oost-Polen blijft bij de Sovjet-Unie en daarom krijgt Polen er een westelijk deel van Duitsland bij waardoor het land naar het Westen 'verschuift'.
GR 6 de dood van Patroklos
Voorstel van Patroklos 16.1 - 47
vragen:
1. a- het huilen
b- spot, liefde/vriendschap
c- medelijden met Patroklos
2. het afpakken van Bryseis, het eergeschenk van Achilles
3. dat Patroklos de Grieken wil helpen
4. 1- Achilles afzeiken (jij bent een kind van de rotsen en zee)
2- Achilles vragen hem te laten vechten in zijn wapenrusting
5. alwetende verteller, vooruitblik
Antwoord van Achilles 16.48 - 100
vragen:
6. de belediging 'jij bent een kind van de ijzige rotsen en de vaalgrijze zee'
7. wrok jegens Agamemnon
8. a- r. 64-68
b- terug te keren nadat de Trojanen bij de schepen verjaagd zijn
c- [timeh]
Hevige gevechten 16.306 - 350
vragen:
9. ogen
De Trojanen op de vlucht 16.351 - 410
vragen:
10. a- De Trojanen zijn de lammetjes, de Grieken zijn de wolven
b- De Trojanen lijken weerloos
11. a- r. 363-364 'hield zich staande'
b- r. 378 'stuurde zijn paarden'
12. veel [pathos] opwekken, anders een te simpele vertelling
Apollo helpt de Trojanen 16.684 - 726
vragen:
13. a- r. 887 'zwarte dood'
r. 693 'tot de dood'
r. 701 'om hem zijn dood te doen vinden'
b- het is nog niet duidelijk wat er daarvoor gaat gebeuren en hoe
14. a- Patroklos gaat naar de stadsmuren, Apollo gooit hem eraf (??)
b- Hektor twijfelt, Apollo spoort hem aan
Gevecht om het lijk van Kebriones 16.727 - 776
15. stelt een-op-een-gevecht voor
16. a- onstuimige moed
b- waarmee ze hun tegenstander bevechten
c- heftigheid, lawaai
Patroklos geveld door Apollo ... 16.801 - 804
De gehele lange schaduw werpende speer, zwaar, groot, stevig, voorzien van een punt, werd in zijn handen verbrijzeld; maar het schild met mooi bewerkte rand, met de draagriem, viel van zijn schouders ter aarde. Hij maakte zijn pantser los, de leider, zoon van Zeus, Apollo.
vragen:
17. a-
1- r. 784 'stormende Ares'
2- r. 786 'een demon gelijk'
3- r. r. 785 'driemaal versloeg hij er negen'
18. a- cruciale momenten
b- blijkt dat hij sterft, zijn laatste gevecht
19.
retrospectief: eerste twee zinnen
prospectief: omdat zijn dood al nabij was
20. a-
1- r. 801'speer werd verbrijzeld'
2- r. 803 'schild valt uit handen'
3- r. 815 'pantser los'
b- goddelijke wapens
21. a- asyndeton
b- steeds meer lettergrepen
... En door Euphorbos 16.805 - 815
De verbijstering greep hem wat betreft het verstand en zijn schitterende ledematen werden van onderen losgemaakt (1), hij stond verbluft; een Trojaanse man trof hem in zijn rug van achteren tussen zijn schouderbladen met een scherpe speer van dichtbij, Euphorbos Panthoos' zoon, die zijn leeftijdsgenoten (2) overtrof zowel met het zwaard als met zijn menkunst als zijn snelle voeten, want ook op die dag al deed hij twintig mannen van hun paarden (3), hoewel hij voor de eerste keer ging met zijn strijdwagen, een nieuweling zijnde in de oorlog;
hij schoot als eerste een pijl op jou af, Patroklos de wagenstrijder (4), maar hij heeft jou niet overweldigd; hij rende weer weg, en hij mengde zich in de menigte nadat hij de speer van essenhout uit het lichaam had getrokken, ook wachtte hij niet op Patroklos hoewel hij ongewapend was in de strijd (5).
(1): hij zakte door zijn benen
(2):
(3):
(4): apostrofe; Patroklos wordt door de verteller direct aangesproken
(5): Euphorbos had Patroklos makkelijk kunnen doden maar heeft dit niet gedaan.
vragen:
22. fysiek en mentaal
23. a- lans is in het Grieks een dativus, ander onderwerp
b- getroffen en geworpen
24. a- abstractum pro concreto
b- pars pro toto
... En door Hektor 16.816 - 829
Hoewel Patroklos was overweldigd (1) door de klap van de god en door de speer, trok hij zich terug naar de troep van vrienden en hij probeerde te ontsnappen aan de dood.
Maar toen Hektor zag dat de dappere Patroklos terugweek, getroffen door het scherpe brons (2), kwam hij dichtbij hem door de rijen en verwondde hij hem met zijn speer in het onderste deel van de buik, en stak het brons erdoorheen, en hij dreunde toen hij neerviel en maakte het volk van de Grieken zeer bedroefd,
(begin Homerische vergeljking) zoals wanneer een leeuw een onvermoeibaar everzwijn overweldigt in het gevecht, die beidenop de toppen van een gebergte, vol zelfvertrouwen, vechten terwille van een kleine bron enze willen allebei drinken en met geweld doodde de leeuw hem terwijl hij zwaar hijgde (3).
Zo beroofde Hektor, zoon van Priamos, met een speer de zoon van Menoitios van het leven, nadat eze velen gedood had en nadat hij gejuicht had over de op hem behaalde overwinning, sprak hij de gevleugelde woorden;
vragen:
25. a- 1- [menoitiou alkimon uiov]
2- [Ektohr Priamidehs]
3- [thumov apehura]
b- overwinning na een felle strijd tussen bijna even sterke tegenstanders
26. a- de gelijkwaardigheid in de strijd, de heftigheid, het lange doorgaan
b- dramatisch effect
Honende woorden 16.830 - 842
(Hektor:) "Patroklos, jij meende zeker wel onze stand te zullen verwoesten, en de Trojaanse vrouwen op de schepen naar je vaderland te brengen, nadat je ze van hun vrijheid beroofd hebt, dwaas.
Maar ter bescherming van hen zijn de snelle paarden van Hektor in gestrekte draf ter strijde getrokken (1). En ik zelf munt uit onder de Trojanen met de lans, ik die hen beschermt tegen de slavernij. Maar jou zullen de gieren hier opeten.
Ach arme man, en Achilles hielp jou niet hoewel hij zo dapper is, hijdie jou volgens mij zeer wringend op het hart drukte toen jij wegging terwijl hij achterbleef; "Keer alsjeblieft niet terug, wagenstrijder Patroklos, naar de gewelfde schepen, voordat je de bebloede chiton rond de borst van de mannendodende Hektor verscheurd hebt." zo sprak hij volgens mij tot jou, en overtuigde jou, dwaas, met betrekking tot je verstand.
vragen:
27. a-
b-
Voorspelling van een stervende 16.843 - 854
Tot hem sprak jij met nog maar weinig kracht, paardenmennende Patroklos;
"Op dit moment dan, grote Hektor, juich! Want Zeus, Kronos' zoon, en Apollo, die mij gemakkelijk doodden, heeft (1) jou de overwinning geschonken, zij namen zelf de wapens van mijn schouders als er 20 zulke tegenstanders als jij mij tegemoet waren gekomen. dan zouden zij allen ter plekke ten gronde gegaan zijn of overweldigd door mijn speer. Maar het verderfelijke lot en de zoon van Leto doodde mij en van de stervelingen Euphorbos; jij doodde mij pas de derde keer.
Maar ik zal jou nog iets zeggen, overdenk jij dat maar in je hersenen; zeker ook niet zal jijzelf lang leven, maar het krachtige lot en de dood staat al dichtbij nadat je overweldigd bent door de handen van de voortreffelijk kleinzoon van Aiakos, Achilles."
(1): de invloed van de oppergod Zeus wordt benadrukt, waardoor de persoonsvorm enkelvoud is, hierna wordt er nog snel Apollo aan toegevoegd
28. Apostrofe is als hij aangesproken wordt door Homerus, aangesproken door Hektor telt niet
29. a- 'als derde'
b- enjambement
30. voor Patroklos is het verderfelijk, voor Hektor is het machtig
De strijd gaat door
De dood omhulde hem nadat hij zo had gesproken; de ziel ging weg van zijn ledematen naar de Hades nadat zij weggevlogen was, jammerend over zijn dood, nadat zij de mannelijke kracht en bloei van de jeugd achterliet. De schitterende Hektor sprak hem toe hoewel hij dood was;
"Patroklos, waarom voorspel je mij een verschrikkelijke dood? wie weet of Achilles, zoon van de schoonlokkige Tethis, eerder zal worden getroffen door mijn speer zodat hij zijn leven verliest."
Nadat hij zo gesproken had trok hij de bronzen speer uit het lijk nadat hij zijn hiel op het lijk had gezet en stootte hem achterover van de lans. En onmiddellijk ging hij met zijn lans Automedon achterna, de op een god gelijkende dienaar van de snelvoetige kleinzoon van Aiakos, want hij verlangde hem te treffen, maar de snelle onsterfelijke paarden brachten hem weg, (die de goden) als prachtige geschenken aan Peleus hadden gegeven.
vragen:
31. NVT
32. Patroklos spreekt over Achilles als een held en Homerus beschrijft hem algemener
33. benadrukken wat voor held hij is, hoeveel mensen er nodig zijn hem te overweldigen (ook vertragingen dus dramatisch effect)
34. hij had terug moeten keren naar Achilles
35. hij weigerde mee te vechten, Patroklos ging met de gedachte 'als jij het niet doet doe ik het wel'
vragen:
1. a- het huilen
b- spot, liefde/vriendschap
c- medelijden met Patroklos
2. het afpakken van Bryseis, het eergeschenk van Achilles
3. dat Patroklos de Grieken wil helpen
4. 1- Achilles afzeiken (jij bent een kind van de rotsen en zee)
2- Achilles vragen hem te laten vechten in zijn wapenrusting
5. alwetende verteller, vooruitblik
Antwoord van Achilles 16.48 - 100
vragen:
6. de belediging 'jij bent een kind van de ijzige rotsen en de vaalgrijze zee'
7. wrok jegens Agamemnon
8. a- r. 64-68
b- terug te keren nadat de Trojanen bij de schepen verjaagd zijn
c- [timeh]
Hevige gevechten 16.306 - 350
vragen:
9. ogen
De Trojanen op de vlucht 16.351 - 410
vragen:
10. a- De Trojanen zijn de lammetjes, de Grieken zijn de wolven
b- De Trojanen lijken weerloos
11. a- r. 363-364 'hield zich staande'
b- r. 378 'stuurde zijn paarden'
12. veel [pathos] opwekken, anders een te simpele vertelling
Apollo helpt de Trojanen 16.684 - 726
vragen:
13. a- r. 887 'zwarte dood'
r. 693 'tot de dood'
r. 701 'om hem zijn dood te doen vinden'
b- het is nog niet duidelijk wat er daarvoor gaat gebeuren en hoe
14. a- Patroklos gaat naar de stadsmuren, Apollo gooit hem eraf (??)
b- Hektor twijfelt, Apollo spoort hem aan
Gevecht om het lijk van Kebriones 16.727 - 776
15. stelt een-op-een-gevecht voor
16. a- onstuimige moed
b- waarmee ze hun tegenstander bevechten
c- heftigheid, lawaai
Patroklos geveld door Apollo ... 16.801 - 804
De gehele lange schaduw werpende speer, zwaar, groot, stevig, voorzien van een punt, werd in zijn handen verbrijzeld; maar het schild met mooi bewerkte rand, met de draagriem, viel van zijn schouders ter aarde. Hij maakte zijn pantser los, de leider, zoon van Zeus, Apollo.
vragen:
17. a-
1- r. 784 'stormende Ares'
2- r. 786 'een demon gelijk'
3- r. r. 785 'driemaal versloeg hij er negen'
18. a- cruciale momenten
b- blijkt dat hij sterft, zijn laatste gevecht
19.
retrospectief: eerste twee zinnen
prospectief: omdat zijn dood al nabij was
20. a-
1- r. 801'speer werd verbrijzeld'
2- r. 803 'schild valt uit handen'
3- r. 815 'pantser los'
b- goddelijke wapens
21. a- asyndeton
b- steeds meer lettergrepen
... En door Euphorbos 16.805 - 815
De verbijstering greep hem wat betreft het verstand en zijn schitterende ledematen werden van onderen losgemaakt (1), hij stond verbluft; een Trojaanse man trof hem in zijn rug van achteren tussen zijn schouderbladen met een scherpe speer van dichtbij, Euphorbos Panthoos' zoon, die zijn leeftijdsgenoten (2) overtrof zowel met het zwaard als met zijn menkunst als zijn snelle voeten, want ook op die dag al deed hij twintig mannen van hun paarden (3), hoewel hij voor de eerste keer ging met zijn strijdwagen, een nieuweling zijnde in de oorlog;
hij schoot als eerste een pijl op jou af, Patroklos de wagenstrijder (4), maar hij heeft jou niet overweldigd; hij rende weer weg, en hij mengde zich in de menigte nadat hij de speer van essenhout uit het lichaam had getrokken, ook wachtte hij niet op Patroklos hoewel hij ongewapend was in de strijd (5).
(1): hij zakte door zijn benen
(2):
(3):
(4): apostrofe; Patroklos wordt door de verteller direct aangesproken
(5): Euphorbos had Patroklos makkelijk kunnen doden maar heeft dit niet gedaan.
vragen:
22. fysiek en mentaal
23. a- lans is in het Grieks een dativus, ander onderwerp
b- getroffen en geworpen
24. a- abstractum pro concreto
b- pars pro toto
... En door Hektor 16.816 - 829
Hoewel Patroklos was overweldigd (1) door de klap van de god en door de speer, trok hij zich terug naar de troep van vrienden en hij probeerde te ontsnappen aan de dood.
Maar toen Hektor zag dat de dappere Patroklos terugweek, getroffen door het scherpe brons (2), kwam hij dichtbij hem door de rijen en verwondde hij hem met zijn speer in het onderste deel van de buik, en stak het brons erdoorheen, en hij dreunde toen hij neerviel en maakte het volk van de Grieken zeer bedroefd,
(begin Homerische vergeljking) zoals wanneer een leeuw een onvermoeibaar everzwijn overweldigt in het gevecht, die beidenop de toppen van een gebergte, vol zelfvertrouwen, vechten terwille van een kleine bron enze willen allebei drinken en met geweld doodde de leeuw hem terwijl hij zwaar hijgde (3).
Zo beroofde Hektor, zoon van Priamos, met een speer de zoon van Menoitios van het leven, nadat eze velen gedood had en nadat hij gejuicht had over de op hem behaalde overwinning, sprak hij de gevleugelde woorden;
vragen:
25. a- 1- [menoitiou alkimon uiov]
2- [Ektohr Priamidehs]
3- [thumov apehura]
b- overwinning na een felle strijd tussen bijna even sterke tegenstanders
26. a- de gelijkwaardigheid in de strijd, de heftigheid, het lange doorgaan
b- dramatisch effect
Honende woorden 16.830 - 842
(Hektor:) "Patroklos, jij meende zeker wel onze stand te zullen verwoesten, en de Trojaanse vrouwen op de schepen naar je vaderland te brengen, nadat je ze van hun vrijheid beroofd hebt, dwaas.
Maar ter bescherming van hen zijn de snelle paarden van Hektor in gestrekte draf ter strijde getrokken (1). En ik zelf munt uit onder de Trojanen met de lans, ik die hen beschermt tegen de slavernij. Maar jou zullen de gieren hier opeten.
Ach arme man, en Achilles hielp jou niet hoewel hij zo dapper is, hijdie jou volgens mij zeer wringend op het hart drukte toen jij wegging terwijl hij achterbleef; "Keer alsjeblieft niet terug, wagenstrijder Patroklos, naar de gewelfde schepen, voordat je de bebloede chiton rond de borst van de mannendodende Hektor verscheurd hebt." zo sprak hij volgens mij tot jou, en overtuigde jou, dwaas, met betrekking tot je verstand.
vragen:
27. a-
b-
Voorspelling van een stervende 16.843 - 854
Tot hem sprak jij met nog maar weinig kracht, paardenmennende Patroklos;
"Op dit moment dan, grote Hektor, juich! Want Zeus, Kronos' zoon, en Apollo, die mij gemakkelijk doodden, heeft (1) jou de overwinning geschonken, zij namen zelf de wapens van mijn schouders als er 20 zulke tegenstanders als jij mij tegemoet waren gekomen. dan zouden zij allen ter plekke ten gronde gegaan zijn of overweldigd door mijn speer. Maar het verderfelijke lot en de zoon van Leto doodde mij en van de stervelingen Euphorbos; jij doodde mij pas de derde keer.
Maar ik zal jou nog iets zeggen, overdenk jij dat maar in je hersenen; zeker ook niet zal jijzelf lang leven, maar het krachtige lot en de dood staat al dichtbij nadat je overweldigd bent door de handen van de voortreffelijk kleinzoon van Aiakos, Achilles."
(1): de invloed van de oppergod Zeus wordt benadrukt, waardoor de persoonsvorm enkelvoud is, hierna wordt er nog snel Apollo aan toegevoegd
28. Apostrofe is als hij aangesproken wordt door Homerus, aangesproken door Hektor telt niet
29. a- 'als derde'
b- enjambement
30. voor Patroklos is het verderfelijk, voor Hektor is het machtig
De strijd gaat door
De dood omhulde hem nadat hij zo had gesproken; de ziel ging weg van zijn ledematen naar de Hades nadat zij weggevlogen was, jammerend over zijn dood, nadat zij de mannelijke kracht en bloei van de jeugd achterliet. De schitterende Hektor sprak hem toe hoewel hij dood was;
"Patroklos, waarom voorspel je mij een verschrikkelijke dood? wie weet of Achilles, zoon van de schoonlokkige Tethis, eerder zal worden getroffen door mijn speer zodat hij zijn leven verliest."
Nadat hij zo gesproken had trok hij de bronzen speer uit het lijk nadat hij zijn hiel op het lijk had gezet en stootte hem achterover van de lans. En onmiddellijk ging hij met zijn lans Automedon achterna, de op een god gelijkende dienaar van de snelvoetige kleinzoon van Aiakos, want hij verlangde hem te treffen, maar de snelle onsterfelijke paarden brachten hem weg, (die de goden) als prachtige geschenken aan Peleus hadden gegeven.
vragen:
31. NVT
32. Patroklos spreekt over Achilles als een held en Homerus beschrijft hem algemener
33. benadrukken wat voor held hij is, hoeveel mensen er nodig zijn hem te overweldigen (ook vertragingen dus dramatisch effect)
34. hij had terug moeten keren naar Achilles
35. hij weigerde mee te vechten, Patroklos ging met de gedachte 'als jij het niet doet doe ik het wel'
maandag 10 november 2014
GR 2 gekrenkt eergevoel
Prooimion 1.1 - 7
Muze, bezing de verderfelijke wrok van Achilles Peleus' zoon die aan de Grieken oneindig veel pijn bezorgde, die vele sterke geesten (1) van helden naar de Hades stuurde, die henzelf (2) tot buit maakte voor alle honden en roofvogels, en zo werd het plan van Zeus voltooid, vanaf het moment dat voor het eerst braken met elkaar nadat zij ruzie hadden gekregen, heerser van de mensen Atreus' zoon en goddelijke Achilles (3).
(1): krachtige zielen kan ook
(2): henzelf staat voor de lichamen die werden opgegeten door wilde dieren, dit staat in tegenstelling tot hun eerdergenoemde zielen die naar de Hades gestuurd werden. Dit sterke contrast tussen lichaam en geest is logisch voor de Grieken.
(3): chiasme en een tegenstelling; heerser van mensen/goddelijke
(*1): Homerus haalt de muze aan, hij doet zich op die manier voor als medium tussen mens en god die het goddelijke opschrijft.
(*2): Het onderwerp 'wrok van Achilles' wordt benadrukt doordat het woord het eerste is in de gehele tekst van de Ilias.
(*3): Homerus heeft kritiek op Achilleus omdat zijn wrok (zijn keuze om zich te willen wreken) voor veel verderf zorgt maar hij relativeert het door te noemen dat het onderdeel van het plan van Zeus was.
(*4): De lichamen die opgegeten worden door wilde dieren wordt benadrukt omdat het voor Grieken heel erg was als een lijk onbeweend en onbegraven bleef.
vragen:
1. a- De wraak van Achilles
b- Door het woord 'wrok' helemaal vooraan te plaatsen. Het is het eerste woord in het hele epos.
c- Het is de samenvatting van het verhaal
2. a- Het begint ook met een muze die wordt opgedragen iets te vertellen.
b- De rest van het Prooimion bestaat uit bijzinnen over het onderwerp: Ilias; de wrok van Achilles, Odyssee; de reis van Odysseus
c- De muze moet in de Ilias vanaf een bepaald punt (vanaf het moment dat Achilles en Agamemnon ruzie kregen) vertellen, in de Odyssee moet zij vanaf een of ander punt (onduidelijk) haar verhaal beginnen.
d- 1. de afloop van het verhaal, 2. de muze, 3. waarom het hem niet lukte zijn makkers te redden
3. De namen staan zo ver mogelijk uit elkaar, zoals vijanden.
Atreidehs dios
x
anaks androov Achilleus
Pestepidimie in het Griekse legerkamp 1.8 - 52 (in vertaling)
vragen:
4. Hij wordt als vader, als priester en als smekeling van Apollo vernederd
5. (voor wat hoort wat) NVT
6. Chryses probeerde zijn dochter vrij te kopen, Agamemnon verjoeg hem, Chryses riep Apollo aan om zich te wreken, Apollo verhoorde Chryses, Apollo vermoorde eerst de dieren en daarna de mannen
Kalchas onthult de oorzaak 1.53 - 100
7. a- 1. blankarmige Hera, 2. snelle Achilles, 3. klaarogig meisje
b- God van het feilloze boogschot
8. Kalchas is een ziener
9. Hij gaat Agamemnon, de grootste leider, beschuldigen dus heeft hij een beschermheer nodig
10. Chryses wil heel veel geld betalen voor zijn dochter, Apollo wil dat Chryses zijn dochter terugkrijgt zonder hiervoor te betalen
Agamemnon eist een vergoeding 1.101 - 120
Dan ging (1) deze zitten nadat hij zo gesproken had;
Tussen hen stond op een held, de machtige heerser Agamemnon Atreus' zoon (2), gekrenkt zijnde (3), zijn hart vulde zich met woede zodat dat donker werd aan beide kanten, zijn beide ogen leken laaiend vuur;
Allereerst sprak hij met onheilspellende blik tot Kalchas;
"Onheilsprofeet, jij vertelde nog nooit dat wat nuttig is aan mij; altijd is aan jou geliefd in je hart dat wat slecht is te voorspellen, nooit heb jij een of ander gelukkige voorspelling verteld en ook niet deed jij een of ander gelukkige voorspelling (4);
ook nu zeg jij terwijl jij te midden van de Grieken voorspelt, natuurlijk (5) dat de uit de verte treffende (6) voor hen hierom leed veroorzaakt omdat ik niet wilde aannemen het schitterende losgeld dat voor het meisje Chryseis aangezien ik haar veel liever thuis wil hebben.
Want het is zelfs zo dat ik haar verkies boven Klytaimnestra (7) als mijn wettige echtgenote, aangezien zij niet minder is dan zij noch qua lichaamsbouw noch qua gestalte noch qua geest en al helemaal niet qua daden.
Maar desondanks wil ik haar weer afstaan als dat beter is, want ik heb liever dat mijn volk veilig is dan dat het ten onder gaat; maar maak mijn eergeschenk gereed opdat ik niet als enige van de Grieken zonder eergeschenk ben, aangezien dat niet past;
Want jullie zien toch allemaal dat mijn eergeschenk ergens anders naartoe gaat."
(1): tmesis
(2): patronimicum
(3): predicatief, aan het eind van de zin
(4): twee keer gebruikt
(5): sarcastisch bedoeld
(6): hier wordt Apollo mee bedoeld
(7): de vrouw van Agamemnon
vragen:
11. Om meer nadruk te leggen op het feit dat Agamemnon gekrenkt was
12. C
13. uiterlijk, verstand, daden
14. De tegenstelling tussen zijn affectie en zijn bereidheid om haar toch weg te geven
15. Dat hij een eergeschenk krijgt
Achilles' reactie 1.121 - 129
Hem antwoordde daarna de schitterende snelvoetige Achilles;
"Zeer geëerde Atreus' zoon, hebzuchtigste van allen, hoe toch zullen dappere Grieken jou geschenken geven? wij weten dat er zich helemaal nergens gemeenschappelijk bezit bevindt; maar de dingen die wij bij het verwoesten buitmaakten uit de steden, die zijn al verdeeld, het past niet dat het krijgsvolk dat bijeenbrengt zodat die weer verzameld zijn. Maar jij moet nu uit eerbied voor de god haar (1) laten gaan; en dan zullen wij Grieken drievoudig, viervoudig, terugbetalen, als misschien Zeus zal toestaan de goed ommuurde stad Troje te verwoesten (2)."
(1): met haar wordt Chryseis bedoeld, de dochter van de Apollo-priester Chryses.
(2): andere vertaling; als Zeus ons misschien de goed ommuurde stad Troje geeft om te verwoesten.
vragen:
16. a- De buit is al verdeeld onder het krijgsvolk
b- uit eerbied voor Apollo, dan laat hij de Grieken met rust (religieus doel)
c- Eerst Troje veroveren zodat zij een nieuwe oorlogsbuit hebben om te verdelen
17. [kudistos] - [filokteavos]
[kudiste] - [filokteanohtate]
Agamemnon blijft bij zijn eis 1.130 - 147
Hem antwoordend sprak hij hem toe, de machtige Agamemnon;
"Wees niet zo hypocriet (1), hoe goed je ook bent, op een goed gelijkende Achilles, omdat hij mij niet te slim af zal zijn en mij niet zal overtuigen. Wil jij soms, dat jijzelf een eergeschenk hebt, maar dat ik zo zit, zonder iets te hebben, en beveel jij daarom dat ik haar overdraag? Maar als dappere Grieken eergeschenken zullen geven, naar mijn zin, zó dat het van gelijke waarde zal zijn, dan ben ik tevreden; maar als zij dit niet zullen geven, dan zal ik zelf een eergeschenk gaan halen of het eergeschenk van jou of dat van Ajax, of zal ik dat van Odysseus meenemen nadat ik ze heb ingenomen; diegene naar wie ik gekomen zou zijn zal wel woedend zijn. Maar wij zullen dat wel een andere keer overleggen, vooruit nu! Laten wij het zwarte schip naar de schitterende zee (2) en laten wij vervolgens met zorg de roeiers verzamelen en laten wij hierna een offer plaatsen, en laten we de schoonwangige Chryseis zelf aan boord doen gaan; laat een raadsman aanvoerder zijn, of Ajax of Idomeneus of de schitterende Odysseus of jij, Peleus' zoon, de verschrikkelijkste van alle mannen zodat jij de uit de verte treffende verzoend met ons door te offeren.
(1): letterlijk: steel niet met je verstand
(2): letterlijk: zout
vragen:
18. wijs, heldhaftig
Woede van Achilles 1.148 - 171
Hem sprak de snelvoetige Achille toe terwijl hij hem met een dreigende blik aankeek;
"O jij! Egoist gehuld in schaamteloosheid, hoe zal iemand van de Grieken zich gewillig laten overtuigen door jouw woorden om of op expeditie te gaan of om met kracht oorlog te voeren tegen mannen? Want ik kwam niet hierheen vanwege het lanszwaaiende Troje om te vechten, beslist niet omdat zij mij niet schuldig zijn want nog nooit hebben zij mijn koeien en ook niet de paarden weggevoerd, en ook niet hebben zij ooit de oogst verwoest in het grofkluitige mannenvoedende Phthia omdat er zeer veel tussen ligt (1), zowel schaduwrijke bergen als bruisende zee.
Maar jou, zeer schaamteloze, zijn wij gevogd, opdat jij blij bent (2) terwijl wij ons inspannen om eer voor Menelaos en voor jou bij de Trojanen, hondsogige, om niets hiervan bekommer jij je en hierom geef jij niet; en ook nog dreig jij zelfs mijn eergeschenken te ontnemen, waarvoor ik veel heb gezwoegd en dat de Grieken aan mij hebben gegeven. Ik krijg nooit een eergeschenk gelijk aan jouw eergeschenk, telkens wanneer de Grieken een goed bewoonde stad van de Trojanen geheel verwoesten; maar het grootste deel van de onstuimige oorlog hebben mijn handen verricht.
Maar als dan eens een verdeling komt, dan is jouw eergeschenk veel groter, en ik ga naar de schepen met een klein eergeschenk dat ik voor lief neem, nadat ik me meegevochten heb ik de oorlog. Nu ga ik naar Phthia, aangezien het zeker veel beter is naar huis te gaan met gekromde schepen en ik ben niet van plan om hier voor jou rijkdom en overvloed te scheppen."
(1): tussen Phthia en Troje
(2): om jou een plezier te doen
vragen:
19. a- de [p]
b- alliteratie
c- irritatie uitdrukken; felle klank
20. a- dat niemand van de Grieken door Agamemnon, als hij zo doet, overtuigd zal worden mee te gaan op expeditie of te vechten tegen mannen
b- retorische vraag
21. a- om tegen Trojanen te vechten; niet in eigenbelang
b- voor Agamemnon
c- ontbreekt
22. dat ze een niet voor zichzelf zijn maar voor hem
23. a- dat hij het meer en beter gevochten heeft in deze oorlog maar toch altijd een kleiner eergeschenk krijgt
b- r. 167: [soi to geras polu meizon, (ego) d' oligon te filon te egohn]
r. 163: [opote] = telkens wanneer, conjunctivus iterativus
24. De waarde van het eergeschenk was in overeenstemming met de [areteh] en de [timeh], nu Achilles geen eergeschenk krijgen anderen een slechter beeld van hem, dus lijdt hij reputatieschade. Hij krijgt niet de waardering die hij verdient.
Escalatie 1.172 - 187
Daarna antwoordde de heerser van mannen Agamemnon hem;
"Vlucht maar gauw, als jouw hart dat verlangt, ik smeek jou ook niet om wegens mij te blijven; ook anderen zijn aanwezig bij mij, die zullen mij eren, vooral de raadgever Zeus.
Jij bent de meest vijandige aan mij van door Zeus grootgebrachte koningen; want altijd is voor jou zowel strijd als oorlog en gevechten geliefd; als jij erg sterk bent, dan denk ik dat een god dat heeft gegeven; terwijl jij naar huis gaat met jouw schepen en jouw vrienden (1), heers toch over de Myrmidonen.
Maar ik bekommer me niet om jou noch geef ik erom dat jij woedend bent, ik zal jou bedreigen op de volgende manier; omdat de stralende Apollo Chryseis van mij afgepakt heeft zal ik haar naar de boot sturen in gezelschap van mijn vrienden, maar ik neem Bryseis met de mooie wangen, jouw eergeschenk, zelf mee terwijl ik naar mijn tent ga, opdat jij goed zal zien hoeveel beter ik ben dan jij, opdat jij en een ander zal terugdeinzen zich te vinden aan mij en zich openlijk gelijk te stellen."
(1): mag ook in de imperativus gezet worden.
vragen:
25. a-
b-
c-
26. a- het punt waarop hij eerst zegt dat hij zich niet om Achilles bekommert, vervolgens zegt waar hij hem gaat bedreigen
b- er zijn anderen bij hem die hem wel zullen eren en hij kan toch het eergeschenk van hem afpakken, Achilles zorgt alleen voor problemen
27. dat Achilles inziet dat hij niets te zeggen heeft en dat ook anderen het niet meer durven zich met Agamemnon te vergelijken
Athene grijpt in 1.188 - 247
xxx
vragen:
28. a- Athene begint en sluit af met 'bedaren'
b- nee, Hera geeft om beide mannen evenveel en wil simpelweg niet dat de een de ander doodt
29. 1- De rechters die de tradities van eus bewaken dragen hem; de scepter staat voor rechters en tradities
2- het is zeker dat het niet meer groeit; zo zeker is zijn bewering ook
30. a- In de Ilias wordt het verhaal verteld door een niet erg aanwezige alwetende verteller
b- Achilles reageert hier eerst voordat Athene komt. In de Ilias is dat andersom.
Muze, bezing de verderfelijke wrok van Achilles Peleus' zoon die aan de Grieken oneindig veel pijn bezorgde, die vele sterke geesten (1) van helden naar de Hades stuurde, die henzelf (2) tot buit maakte voor alle honden en roofvogels, en zo werd het plan van Zeus voltooid, vanaf het moment dat voor het eerst braken met elkaar nadat zij ruzie hadden gekregen, heerser van de mensen Atreus' zoon en goddelijke Achilles (3).
(1): krachtige zielen kan ook
(2): henzelf staat voor de lichamen die werden opgegeten door wilde dieren, dit staat in tegenstelling tot hun eerdergenoemde zielen die naar de Hades gestuurd werden. Dit sterke contrast tussen lichaam en geest is logisch voor de Grieken.
(3): chiasme en een tegenstelling; heerser van mensen/goddelijke
(*1): Homerus haalt de muze aan, hij doet zich op die manier voor als medium tussen mens en god die het goddelijke opschrijft.
(*2): Het onderwerp 'wrok van Achilles' wordt benadrukt doordat het woord het eerste is in de gehele tekst van de Ilias.
(*3): Homerus heeft kritiek op Achilleus omdat zijn wrok (zijn keuze om zich te willen wreken) voor veel verderf zorgt maar hij relativeert het door te noemen dat het onderdeel van het plan van Zeus was.
(*4): De lichamen die opgegeten worden door wilde dieren wordt benadrukt omdat het voor Grieken heel erg was als een lijk onbeweend en onbegraven bleef.
vragen:
1. a- De wraak van Achilles
b- Door het woord 'wrok' helemaal vooraan te plaatsen. Het is het eerste woord in het hele epos.
c- Het is de samenvatting van het verhaal
2. a- Het begint ook met een muze die wordt opgedragen iets te vertellen.
b- De rest van het Prooimion bestaat uit bijzinnen over het onderwerp: Ilias; de wrok van Achilles, Odyssee; de reis van Odysseus
c- De muze moet in de Ilias vanaf een bepaald punt (vanaf het moment dat Achilles en Agamemnon ruzie kregen) vertellen, in de Odyssee moet zij vanaf een of ander punt (onduidelijk) haar verhaal beginnen.
d- 1. de afloop van het verhaal, 2. de muze, 3. waarom het hem niet lukte zijn makkers te redden
3. De namen staan zo ver mogelijk uit elkaar, zoals vijanden.
Atreidehs dios
x
anaks androov Achilleus
Pestepidimie in het Griekse legerkamp 1.8 - 52 (in vertaling)
vragen:
4. Hij wordt als vader, als priester en als smekeling van Apollo vernederd
5. (voor wat hoort wat) NVT
6. Chryses probeerde zijn dochter vrij te kopen, Agamemnon verjoeg hem, Chryses riep Apollo aan om zich te wreken, Apollo verhoorde Chryses, Apollo vermoorde eerst de dieren en daarna de mannen
Kalchas onthult de oorzaak 1.53 - 100
7. a- 1. blankarmige Hera, 2. snelle Achilles, 3. klaarogig meisje
b- God van het feilloze boogschot
8. Kalchas is een ziener
9. Hij gaat Agamemnon, de grootste leider, beschuldigen dus heeft hij een beschermheer nodig
10. Chryses wil heel veel geld betalen voor zijn dochter, Apollo wil dat Chryses zijn dochter terugkrijgt zonder hiervoor te betalen
Agamemnon eist een vergoeding 1.101 - 120
Dan ging (1) deze zitten nadat hij zo gesproken had;
Tussen hen stond op een held, de machtige heerser Agamemnon Atreus' zoon (2), gekrenkt zijnde (3), zijn hart vulde zich met woede zodat dat donker werd aan beide kanten, zijn beide ogen leken laaiend vuur;
Allereerst sprak hij met onheilspellende blik tot Kalchas;
"Onheilsprofeet, jij vertelde nog nooit dat wat nuttig is aan mij; altijd is aan jou geliefd in je hart dat wat slecht is te voorspellen, nooit heb jij een of ander gelukkige voorspelling verteld en ook niet deed jij een of ander gelukkige voorspelling (4);
ook nu zeg jij terwijl jij te midden van de Grieken voorspelt, natuurlijk (5) dat de uit de verte treffende (6) voor hen hierom leed veroorzaakt omdat ik niet wilde aannemen het schitterende losgeld dat voor het meisje Chryseis aangezien ik haar veel liever thuis wil hebben.
Want het is zelfs zo dat ik haar verkies boven Klytaimnestra (7) als mijn wettige echtgenote, aangezien zij niet minder is dan zij noch qua lichaamsbouw noch qua gestalte noch qua geest en al helemaal niet qua daden.
Maar desondanks wil ik haar weer afstaan als dat beter is, want ik heb liever dat mijn volk veilig is dan dat het ten onder gaat; maar maak mijn eergeschenk gereed opdat ik niet als enige van de Grieken zonder eergeschenk ben, aangezien dat niet past;
Want jullie zien toch allemaal dat mijn eergeschenk ergens anders naartoe gaat."
(1): tmesis
(2): patronimicum
(3): predicatief, aan het eind van de zin
(4): twee keer gebruikt
(5): sarcastisch bedoeld
(6): hier wordt Apollo mee bedoeld
(7): de vrouw van Agamemnon
vragen:
11. Om meer nadruk te leggen op het feit dat Agamemnon gekrenkt was
12. C
13. uiterlijk, verstand, daden
14. De tegenstelling tussen zijn affectie en zijn bereidheid om haar toch weg te geven
15. Dat hij een eergeschenk krijgt
Achilles' reactie 1.121 - 129
Hem antwoordde daarna de schitterende snelvoetige Achilles;
"Zeer geëerde Atreus' zoon, hebzuchtigste van allen, hoe toch zullen dappere Grieken jou geschenken geven? wij weten dat er zich helemaal nergens gemeenschappelijk bezit bevindt; maar de dingen die wij bij het verwoesten buitmaakten uit de steden, die zijn al verdeeld, het past niet dat het krijgsvolk dat bijeenbrengt zodat die weer verzameld zijn. Maar jij moet nu uit eerbied voor de god haar (1) laten gaan; en dan zullen wij Grieken drievoudig, viervoudig, terugbetalen, als misschien Zeus zal toestaan de goed ommuurde stad Troje te verwoesten (2)."
(1): met haar wordt Chryseis bedoeld, de dochter van de Apollo-priester Chryses.
(2): andere vertaling; als Zeus ons misschien de goed ommuurde stad Troje geeft om te verwoesten.
vragen:
16. a- De buit is al verdeeld onder het krijgsvolk
b- uit eerbied voor Apollo, dan laat hij de Grieken met rust (religieus doel)
c- Eerst Troje veroveren zodat zij een nieuwe oorlogsbuit hebben om te verdelen
17. [kudistos] - [filokteavos]
[kudiste] - [filokteanohtate]
Agamemnon blijft bij zijn eis 1.130 - 147
Hem antwoordend sprak hij hem toe, de machtige Agamemnon;
"Wees niet zo hypocriet (1), hoe goed je ook bent, op een goed gelijkende Achilles, omdat hij mij niet te slim af zal zijn en mij niet zal overtuigen. Wil jij soms, dat jijzelf een eergeschenk hebt, maar dat ik zo zit, zonder iets te hebben, en beveel jij daarom dat ik haar overdraag? Maar als dappere Grieken eergeschenken zullen geven, naar mijn zin, zó dat het van gelijke waarde zal zijn, dan ben ik tevreden; maar als zij dit niet zullen geven, dan zal ik zelf een eergeschenk gaan halen of het eergeschenk van jou of dat van Ajax, of zal ik dat van Odysseus meenemen nadat ik ze heb ingenomen; diegene naar wie ik gekomen zou zijn zal wel woedend zijn. Maar wij zullen dat wel een andere keer overleggen, vooruit nu! Laten wij het zwarte schip naar de schitterende zee (2) en laten wij vervolgens met zorg de roeiers verzamelen en laten wij hierna een offer plaatsen, en laten we de schoonwangige Chryseis zelf aan boord doen gaan; laat een raadsman aanvoerder zijn, of Ajax of Idomeneus of de schitterende Odysseus of jij, Peleus' zoon, de verschrikkelijkste van alle mannen zodat jij de uit de verte treffende verzoend met ons door te offeren.
(1): letterlijk: steel niet met je verstand
(2): letterlijk: zout
vragen:
18. wijs, heldhaftig
Woede van Achilles 1.148 - 171
Hem sprak de snelvoetige Achille toe terwijl hij hem met een dreigende blik aankeek;
"O jij! Egoist gehuld in schaamteloosheid, hoe zal iemand van de Grieken zich gewillig laten overtuigen door jouw woorden om of op expeditie te gaan of om met kracht oorlog te voeren tegen mannen? Want ik kwam niet hierheen vanwege het lanszwaaiende Troje om te vechten, beslist niet omdat zij mij niet schuldig zijn want nog nooit hebben zij mijn koeien en ook niet de paarden weggevoerd, en ook niet hebben zij ooit de oogst verwoest in het grofkluitige mannenvoedende Phthia omdat er zeer veel tussen ligt (1), zowel schaduwrijke bergen als bruisende zee.
Maar jou, zeer schaamteloze, zijn wij gevogd, opdat jij blij bent (2) terwijl wij ons inspannen om eer voor Menelaos en voor jou bij de Trojanen, hondsogige, om niets hiervan bekommer jij je en hierom geef jij niet; en ook nog dreig jij zelfs mijn eergeschenken te ontnemen, waarvoor ik veel heb gezwoegd en dat de Grieken aan mij hebben gegeven. Ik krijg nooit een eergeschenk gelijk aan jouw eergeschenk, telkens wanneer de Grieken een goed bewoonde stad van de Trojanen geheel verwoesten; maar het grootste deel van de onstuimige oorlog hebben mijn handen verricht.
Maar als dan eens een verdeling komt, dan is jouw eergeschenk veel groter, en ik ga naar de schepen met een klein eergeschenk dat ik voor lief neem, nadat ik me meegevochten heb ik de oorlog. Nu ga ik naar Phthia, aangezien het zeker veel beter is naar huis te gaan met gekromde schepen en ik ben niet van plan om hier voor jou rijkdom en overvloed te scheppen."
(1): tussen Phthia en Troje
(2): om jou een plezier te doen
vragen:
19. a- de [p]
b- alliteratie
c- irritatie uitdrukken; felle klank
20. a- dat niemand van de Grieken door Agamemnon, als hij zo doet, overtuigd zal worden mee te gaan op expeditie of te vechten tegen mannen
b- retorische vraag
21. a- om tegen Trojanen te vechten; niet in eigenbelang
b- voor Agamemnon
c- ontbreekt
22. dat ze een niet voor zichzelf zijn maar voor hem
23. a- dat hij het meer en beter gevochten heeft in deze oorlog maar toch altijd een kleiner eergeschenk krijgt
b- r. 167: [soi to geras polu meizon, (ego) d' oligon te filon te egohn]
r. 163: [opote] = telkens wanneer, conjunctivus iterativus
24. De waarde van het eergeschenk was in overeenstemming met de [areteh] en de [timeh], nu Achilles geen eergeschenk krijgen anderen een slechter beeld van hem, dus lijdt hij reputatieschade. Hij krijgt niet de waardering die hij verdient.
Escalatie 1.172 - 187
Daarna antwoordde de heerser van mannen Agamemnon hem;
"Vlucht maar gauw, als jouw hart dat verlangt, ik smeek jou ook niet om wegens mij te blijven; ook anderen zijn aanwezig bij mij, die zullen mij eren, vooral de raadgever Zeus.
Jij bent de meest vijandige aan mij van door Zeus grootgebrachte koningen; want altijd is voor jou zowel strijd als oorlog en gevechten geliefd; als jij erg sterk bent, dan denk ik dat een god dat heeft gegeven; terwijl jij naar huis gaat met jouw schepen en jouw vrienden (1), heers toch over de Myrmidonen.
Maar ik bekommer me niet om jou noch geef ik erom dat jij woedend bent, ik zal jou bedreigen op de volgende manier; omdat de stralende Apollo Chryseis van mij afgepakt heeft zal ik haar naar de boot sturen in gezelschap van mijn vrienden, maar ik neem Bryseis met de mooie wangen, jouw eergeschenk, zelf mee terwijl ik naar mijn tent ga, opdat jij goed zal zien hoeveel beter ik ben dan jij, opdat jij en een ander zal terugdeinzen zich te vinden aan mij en zich openlijk gelijk te stellen."
(1): mag ook in de imperativus gezet worden.
vragen:
25. a-
b-
c-
26. a- het punt waarop hij eerst zegt dat hij zich niet om Achilles bekommert, vervolgens zegt waar hij hem gaat bedreigen
b- er zijn anderen bij hem die hem wel zullen eren en hij kan toch het eergeschenk van hem afpakken, Achilles zorgt alleen voor problemen
27. dat Achilles inziet dat hij niets te zeggen heeft en dat ook anderen het niet meer durven zich met Agamemnon te vergelijken
Athene grijpt in 1.188 - 247
xxx
vragen:
28. a- Athene begint en sluit af met 'bedaren'
b- nee, Hera geeft om beide mannen evenveel en wil simpelweg niet dat de een de ander doodt
29. 1- De rechters die de tradities van eus bewaken dragen hem; de scepter staat voor rechters en tradities
2- het is zeker dat het niet meer groeit; zo zeker is zijn bewering ook
30. a- In de Ilias wordt het verhaal verteld door een niet erg aanwezige alwetende verteller
b- Achilles reageert hier eerst voordat Athene komt. In de Ilias is dat andersom.
Abonneren op:
Posts (Atom)