maandag 20 april 2015

Historische context 1: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden

HC 1: 1515-1648 Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
DC 1: 1515-1572 Opstand in de Nederlanden
§  In de 15e eeuw waren steden gegroeid door handel en geldeconomie. In de 16e eeuw ging die groei verder. Steden moesten belasting afstaan aan de heer in ruil voor privileges/stadsrecht (eigen rechtspraak, stadsmuren).
§  In 1515 werd Karel V (Habsburgse huis) heerser in de zuidelijke Nederlanden, in 1543 werd hij heer van de 17 provinciën of gewesten der Nederlanden.
§  Karel V voerde een politiek van centralisatie, Brussel werd het centrum van de Nederlanden. Drie Collaterale Raden ondersteunden hem als onderdeel van zijn centralisatiepolitiek: de Raad van State (adviesorgaan), de Geheime Raad (legislatief, controlerend) en de Raad van Financiën. In deze raden zaten edellieden en ambtenaren, het aantal ambtenaren groeide waardoor de edellieden zich bedreigd voelden wat leidde tot verzet in de Nederlanden.
§  In de 16e eeuw ontstond de Reformatie onder Maarten Luther (lutheranisme) en Johannes Calvijn (calvinisme), dit leidde tot de vorming van de protestantse kerk. Karel V was katholiek en begon de vervolging van protestanten: in 1550 vaardigde hij het Bloedplakkaat uit waarin staat dat ketters de doodstraf krijgen. In het Duitse Rijk lukte het hem niet de opkomst van het protestantisme te stoppen; vorsten werden luthers. Vanaf 1555 gold dat de heer van het gebied het geloof bepaalde. In de Nederlanden kreeg Calvijn meer aanhang.
o   Karel V liet Luther in 1521 verschijnen op een Rijksdag in Worms (vergadering) om hem een kans te geven zijn kritiek in te trekken maar Luther deed dat niet. Dit leidde tot een breuk binnen de christelijke kerk. Hij kreeg bescherming van Duitse vorsten en vormde de lutherse kerk.
§  In 1555 volgde Filips II zijn vader op en zette de kettervervolging tegen de wil van het volk (ook katholieken) door omdat hij zichzelf zag als verdediger van het ware geloof. Hij hernieuwde de bloedplakkaten.
§  In 1566 diende edellieden een Smeekschrift in bij Margaretha van Parma (plaatsvervangster) met een verzoek om de kettervervolging te stoppen, zij gaf hier tijdelijk gehoor aan.
o   Calvinisten hadden geen kerkgebouw omdat hun geloof verboden was; hun preken in de open lucht buiten het bereik van het stadsbestuur worden hagenpreken genoemd.
§  In 1566 brak de Beeldenstorm uit: katholieke kerken werden door calvinisten vernield. Voor Filips was dit het bewijs dat calvinisten vervolgd diende te worden. Hij stuurde in 1567de Hertog van Alva om de rust terug te brengen in de Nederlanden. Hij richtte de Raad van Beroerten oftewel Bloedraad op die ketters en vernielers strafte. Veel mensen vluchtten naar het buitenland.
§  Willem van Oranje was een hoge edelman en stadhouder in Holland, Zeeland en Utrecht. Hij was katholiek maar tegen kettervervolgingen. Hij vond dat Filips te veel macht naar zich toetrok en zich te weinig hield aan privileges. Hij legde zijn ambt neer en riep vanuit het Duitse Rijk op tot verzet tegen Alva en Filips. Zijn legers hadden weinig succes. Hij gaf de Watergeuzen toestemming een guerrillaoorlog te voeren in Holland en Zeeland. In 1572 veroverden zij Den Briel wat leidde tot een wending in de opstand: steden gingen zich aansluiten bij de Opstand en werd Willem leider van de opstand tegen Filips en werd erkend als stadhouder van Holland (onofficieel).

Google: Tachtigjarige Oorlog, De Nederlandse Opstand

DC 2: 1572-1588 Ontstaan van de Republiek
§  Na de inname van Den Briel en de daarmee gepaarde omslag binnen de opstand in 1572 greep ‘Alva’ militair hard in.
§  Willems voornaamste doel was Nederlandse onafhankelijkheid van Spanje. Hij vermeed hierom religieuze gevoeligheden en legde de nadruk op de strijd van de Nederlanden als eenheid tegen een gezamenlijke vijand. De opstandelingen verspreidden deze boodschappen in geuzenliederen en pamfletten. Filips liet zijn legers in de Nederlanden maar haalde wel Alva terug.
o   Willem bleef lang trouw aan Filips II. Hij was volgens hem de rechtmatige heer maar luisterde naar verkeerde adviezen.
§  In 1575 ging Spanje failliet en kregen soldaten geen soldij meer wat leidde tot muiterijen. De bevolking had hier erg onder te lijden wat ervoor zorgde dat de opstandelingen zich met elkaar verzoenden (katholiek en protestants).
§  In 1576 eiste veel gewesten in de Pacificatie van Gent het vertrek van Spaanse troepen op. Ook Filips-aanhangers tekenden deze pacificatie en sloten zich dus aan bij de Opstand. In 1579 werd de Unie van Utrecht door een groot aantal steden en gewesten ondertekend, hierin stond dat zij zich samen zouden verdedigen tegen Spaanse troepen.
o   In de Pacificatie van Gent stond dat alleen Holland en Zeeland calvinistisch zouden worden. Radicale calvinisten in het Zuiden trokken zich hier niets van aan en werden aangemoedigd door Willem wat ertoe leidde dat de Zuidelijke Nederlanden weer in Spaanse handen kwamen (geschrokken katholieken sloten zich weer aan bij Filips II).
o   Door het Ontzet van Leiden (1574) en Alteratie van Amsterdam (1578) waren alle Hollandse steden in verzet.
§  Ontzet van Leiden: Leiden sloot zich in 1572 aan bij de opstand. Alva liet de stad omsingelen en uithongeren. Willem liet de dijk doorprikken en in 1574 vluchtten de troepen en was Leiden ontzet. De bevrijding werd gevierd met haring en wittebrood.
§  Alteratie van Amsterdam: het katholieke Amsterdam bleef trouw aan Filips uit angst afgeslacht te worden bij inname. In 1578 werd het stadsbestuur vreedzaam afgezet en werd Amsterdam opstandig.
§  In 1580 deed Filips II Willem van Oranje in de ban en zette een geldprijs op zijn hoofd. Opstandelingen vonden dit onacceptabel en verklaarden in het Plakaat van Verlatinghe in 1581 hem niet meer als heerser te erkennen (NIET onafhankelijkheidsverklaring van de 7 Nederlanden).
o   De opstandelingen vroegen de Franse hertog van Anjou om heer van de Nederlanden te worden om zo Franse steun te krijgen. Dit gebeurde echter niet.
o   In 1584 werd Willem vermoord door Balthasar Gerards, die hem zag als bedreiging voor het ware geloof.
o   Spaanse troepen veroverde langzamerhand de Zuidelijke Nederlanden: in 1585 de havenstad Antwerpen.
o   Elizabeth I stuurde als steun de graaf van Leicester om de Nederlanden te besturen. Dit lukte echter niet.
§  In 1588 stonden de Noordelijke Nederlanden er zonder steun alleen voor en besloten een soevereine staat te worden zonder heerser. Dit was uitzonderlijk voor die tijd. Doordat Filips conflicten had met Engeland konden de Nederlanden uitgroeien tot een zelfstandige republiek. In 1596 werden zij als soevereine republiek erkend door Frankrijk en Engeland. Spanje en de Nederlanden waren nog steeds in oorlog.
o   Conflicten met Engeland: In 1588 stuurde Filips de Armada Invincibile naar Engeland voor een invasie. Hij legde hiervoor de herovering van de Nederlanden stil maar verloor van Engeland. De herovering stokte.

In de ban/vogelvrij:

DC 3: 1588-1648 Ontstaan van de Gouden Eeuw
§  Vanaf het ontstaan van de Republiek maakte de Nederlanden, vooral Holland en Zeeland, een opmerkelijke economische groei door als gevolg van:
o   Er was voldoende mankracht die gebruikt kon worden voor de nijverheid en handel. Dit kwam doordat:
§  De bevolking genoeg te eten had door goedkoop graan uit het Oostzeegebied.
§  De feodale structuren van oudsher zwak waren wat leidde tot zelfstandigheid en experimentatiemogelijkheid bij boeren. Zij kozen voor veeteelt wat weinig mankracht kostte.
§  De Nederlanden gingen graan en hout uit het Oostzeegebied door verkopen. Dit heet moedernegotie en leverde de grootste bijdrage aan de rijkdom van de Republiek.
o   Nadat Antwerpen in 1585 in Spaanse handen viel blokkeerden de Noordelijke Nederlanden de Schelde die Antwerpen verbond met de Noordzee. Dit had als gevolg dat:
§  Antwerpen als concurrerende havenstad werd uitgeschakeld waardoor Amsterdam kon opbloeien.
§  Er vluchtten veel protestanten van de Zuidelijke Nederlanden naar het Noorden. Zij brachten kapitaal en handelskennis mee en startte succesvolle ondernemingen in het Noorden.
§  De soevereiniteit lag in de Nederlandse Republiek vanaf 1588 bij de Gewestelijke Staten, die per gewest verschilde en dus zo zelfstandig mogelijk waren. Dit was een vergadering die wetten afvaardigde, belasting hief en de rechtspraak regelde. De steden werden bestuurd door regenten. In Holland en Zeeland waren vooral de steden belangrijk. 
o   Regenten maakten zich vooral sterk voor de oorlogskas en handelsbelangen. De handel en economie van de Nederlanden had namelijk baat bij een buitenlandse toestroom, die goede faciliteiten kregen en vrijheid van godsdienst (mits niet te opvallend) en meningsuiting hadden. Joden uit Spanje, Portugal en Oost-Europa kwamen naar Nederland.  
§  In 1639 vond de bouw van de Portugees-Joodse synagoge plaats, dat was opmerkelijk voor die tijd. Joden waren echter niet volwaardige burgers; ze mochten geen lid worden van een gilde en geen gebruik maken van de armenzorg.
§  De landelijke Staten-Generaal bestond uit vertegenwoordigers van de gewesten en regelde de defensie en buitenlandse politiek. Ze hieven belasting voor een leger en vloot. Omdat Holland bijna de helft van de belasting binnenbracht en dus het belangrijkst was, was de voorzitter van de Staten-Generaal de raadspensionaris van Zeeland en Holland, deze fungeerde ook als minister van buitenlandse zaken. De eerste raadspensionaris tijdens de Republiek was Johan van Oldenbarneveldt.
o   De generaliteitslanden zoals Vlaanderen, Brabant en Limburg die door de Republiek bij hun grondgebied waren gevoegd werden door de Staten-Generaal bestuurd.
§  De stadhouders van Holland en Zeeland voerden het Staatse leger aan en werden gekozen door de Gewestelijke Staten. Vaak waren het edellieden uit het huis van Oranje-Nassau. De eerste stadhouder ten tijde van de Republiek was Prins Maurits.
§  Doordat Portugal in Spaanse handen was gevallen waren specerijen niet meer verkrijgbaar voor Nederlanders. Als oplossing gingen zij zelf op Azië varen maar deze initiatieven beconcurreerde elkaar en leverde weinig op. In 1602 werd daarom de grote natuurschommelingen dus droge gebieden want geen bewolking Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht. De Staten-Generaal verleende de VOC monopolie op de Nederlandse handel met Azië. De gouverneur-generaal hield toezicht in Indie. In 1619 verplaatste gouverneur J.P. Coen het bestuurlijk centrum naar Batavia (Jakarta). Individuele handelaren werden erg rijk maar de VOC was voor de Nederlandse economie minder belangrijk dan de moedernegotie.
§  In 1609 begon het Twaalfjarig Bestand: een wapenstilstand in de Tachtigjarige Oorlog. Er kwamen binnenlandse problemen naar boven waaronder een machtsstrijd tussen Johan van Oldenbarneveldt en Prins Maurits. Maurits liet van Oldenbarneveldt in 1619 onthoofden. 
§  In 1621 liep de wapenstilstand ten einde en werd er weer gevochten tussen Spanje en de Nederlandse Republiek. Pas in 1648 werd de republiek bij de Vrede van Münster erkend door Spanje.

§  Medio 17e eeuw bloeide de Nederlandse handel en cultuur. Mensen waren rijk zodat er werk was voor specialistische handelslieden en schilders (Rembrandt van Rijn). De kunst was bedoeld voor de burgerij en had dus vaak een burgerlijk karakter. De bloei stopte aan het eind van de 17e eeuw door politieke en economische concurrentie met Frankrijk en Engeland.

woensdag 24 december 2014

GS koude oorlog dc2

Deelcontext 2: De Koude Oorlog in Azie en Afrika
Waardoor raakte Azie betrokken bij de Koude Oorlog en groeide de spanning tussen beide blokken in Azie en Afrika?

Het proces van dekolonisatie, dat al voor de oorlog was begonnen, zette in Azië versneld door. De VS en de Sovjet-Unie steunden inheemse politici die de onafhankelijkheid uitriepen. De VS doordat de staat zelf ontstaan was uit een strijd tegen het koloniale moederland Groot-Brittanie, en de Sovjet-Unie uit ideologie; het communisme was een principieel tegenstander van de kapitalistische uitbuiting van overzeese gebieden. Maar ook speelde machtspolitiek een rol; beide blokken waren bang dat de ander zijn machtsgebied zou uitbreiden. De Westerse vrees dat het communisme de wereld zou overheersen werd versterkt nadat Mao Zedong in 1949 de Volksrepubliek China uitriep.

De Amerikaanse containmentpolitiek (zie Trumandoctrine) werd duidelijk zichtbaar toen er in Korea oorlog uitbrak tussen het communistische Noorden en kapitalistische Zuiden. De VS spande zich bijzonder in om de VN militair te laten ingrijpen en ervoor te zorgen dat Zuid-Korea buiten de invloedssfeer van de Sovjet-Unie bleef. (meer informatie bij aantekeningen)

Een soortgelijk conflict ontstond in Vietnam. Communisten riepen in deze Franse kolonie de onafhankelijke Democratische Republiek Vietnam uit, waartegen de Fransen militair optraden (financieel gesteund door de VS). De Slag bij Dien Bien Phu 1954 verloren de Fransen echter waardoor zij akkoord moesten gaan met de Vietnamese onafhankelijkheid. Volgens de Akkoorden van Geneve 1954 werd besloten dat het land opgedeeld zou worden in communistisch Noorden en kapitalistisch Zuiden. Er werd afgesproken dat de Vietnamezen in 1956 een regering zouden kiezen voor een Vietnamese eenheidsstaat. Maar omdat Zuid-Vietnam (oftewel Amerika) de Akkoorden van Geneve niet ondertekend hadden ging dat niet door en bleef Vietnam ruim 20 jaar verdeeld. Ook mochten beide landen zich niet bij bondgenootschappen aansluiten.

Na problemen tussen Amerikaanse en Noord-Vietnamese schepen in de Baai van Tonkin, nam het Amerikaanse Congres de Tonkinresolutie 1964 aan; de Amerikaanse president mocht in Zuidoost-Azie militair ingrijpen zonder parlementaire goedkeuring vooraf. Dit leidde tot zwaar militair optreden van de VS in Vietnam. Maar het communistische Noord-Vietnamese verzetsleger, de Vietcong, hield stand (dankzij guerrila-tactiek). Ook had de publieke opinie veel kritiek op het Amerikaanse optreden. Het was een tijd waarin protesteren in de mode was bij jongvolwassenen en daarom werden dit de 'protestgeneratie' genoemd.

Om deze redenen wilde de VS zich terugtrekken en hoopte dit door middel van driehoek diplomatie met de Sovjet-Unie en China te bereiken. Binnen deze diplomatie behoorde ook een bezoek van president Nixon aan Mao Zedong in communistisch China (1972). Het doel van dit bezoek was de relatie met China en de Sovjet-Unie verbeteren en zo Zuid-Vietnam onder druk te zetten, doordat zij minder zeker zouden zijn van communistische steun. Twee jaar nadat de VS zich in 1973 definitief uit Vietnam had teruggetrokken, werd Vietnam herenigd onder communistisch bestuur.

duidelijke uitleg van de Vietnamoorlog:

Ook in Afrika ontstond een machtsstrijd tussen Oost en West door de dekolonisatie. Een voorbeeld hiervan is de burgeroorlog in Angola in 1975, die op gang kwam nadat Portugal verklaarde zich van zijn kolonie los te willen maken. Er ontstond oorlog tussen verschillende onafhankelijkheidsgroeperingen en een ingewikkeld internationaal machtsspel. De MPLA werd hierin gesteund door de Sovjet-Unie en de FNLA door het Westen en China.  Uiteindelijk won de MPLA en werd Angola een eenpartijstaat. Maar de burgeroorlog sleepte nog jaren voort en in 2002 kwam pas een staakt het vuren.

1950 – 1953: Korea-Oorlog
ONVOLLEDIG

Niet alleen de VS maar ook de VN (1) steunde Zuid-Korea in zijn oorlog tegen het communistische Noord-Korea. De tussenkomst van de VS en de VN heeft voorkomen dat Noord-Korea Zuid-Korea volledig in zou nemen maar heeft uiteindelijk niks opgeleverd. Als Zuid-Korea en zijn bondgenoten namelijk bijna Noord-Korea veroverd hebben, sluit het Chinese Rode leger zich bij Noord-Korea en komt de grens weer op 38 graden NB te liggen (2). De meeste doden tijdens deze oorlog was aan Chinese kant, omdat zij dezelfde (Rode) oorlogstactiek handhaven als de Russen.

(1): Er vochten veel 'Nederlanders' mee voor het VN-leger (blauwhelmen). Dit kwam doordat Nederlandse SS'ers na WOII hun Nederlandsschap verloren hadden door vreemd krijgschap. Door in Korea te vechten voor de VN konden zij hun burgerschap weer terug krijgen. Vele oud-SS'ers konden na WOII ook Duits burgerschap krijgen. 
(2): Het enige voordeel dat uit de Korea-oorlog behaald is, is dat de grenzen tussen Noord- en Zuid-Korea beter worden aangepast aan het landschap. 

Verloop van de Korea-Oorlog:



Hoe kon het dat de VN ingreep tijdens de Korea-Oorlog?

Hongaarse Opstand
De Hongaarse opstandelingen vroegen tijdens hun opstand tegen de Sovjet-Unie steun van de Geallieerden. Deze weigeren te helpen omdat zij zich zoveel mogelijk willen houden aan de afspraken van Jalta en Teheran; de invloedssferen moesten behouden worden en Hongarije lag nou eenmaal in Russische invloedssfeer.
Ook heerste er verdeeldheid onder de Geallieerden ten gevolge van de Suez-crisis in 1956. 

maandag 15 december 2014

kecholoosetai -> gal
Als je lichaamssappen niet in balans zijn krijg je emotie
melancholiek = zwartgallig

[aidohs] heb je van jezelf, [timeh] wordt je toegekend door anderen.

Ilios is ander woord voor Troje.
Ilias is genitivus en betekent zoiets als 'het verhaal van Troje'

[an] + indicativus; niet vervulbare wens (irrealis)
[an] + optativus; wel vervulbare wens

vrijdag 12 december 2014

GR 9 De dood van Hektor

Als de hondsster 22.25 - 36
de oude man Priamos zag hem als eerste met eigen ogen aan komen stormen door de vlakte, stralend zoals een ster die opkomt in de nazomer en waarvan de stralen verschijnen zeer schitterend tussen de vele sterren in het holst van de nacht; men noemt hem met de bijnaam hondsster (1).
Deze is aan de ene kant het helderst maar is een geducht voorteken, en hij brengt veel koorts voor de ongelukkige stervelingen; zo schitterde van hem het brons om zijn borst terwijl hij rende.
De oude man jammerde en hij sloeg zijn hoofd met zijn handen nadat hij ze naar boven hief, hij riep luid terwijl hij hevig jammerde terwijl hij zijn geliefde zoon (2) smeekte; maar deze was gekomen voor de poorten, vurig verlangend met Achilles te vechten.

(1): de hondsster is een bijnaam voor Sirius, de grootste ster in het sterrenbeeld Orion. Er wordt gezegd dat deze in de nazomer te zien is, waardoor het te maken zou kunnen hebben met de 'hondsdagen' aan het eind van de zomer, die vaak erg broeierig zijn. Die broeierigheid zou kunnen leiden tot ziekte bij stervelingen, waar wij in het Nederlands de uitspraak 'hondsziek' voor hebben. Zou dit allemaal te maken kunnen hebben met de bijnaam van Sirius?  Jammer genoeg lijkt de theorie echter niet te kloppen, omdat Orion te zien is in de winter.
http://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/ori.html
(2): hier wordt Hektor bedoeld.

vragen:
1. a- het schitteren (van de hondsster en van het brons van de wapenrusting van Achilles)
b- een slecht voorteken
c- 1) r. 30 kakov sehma, voor het schitteren zijn er meerdere mogelijkheden
d- r. 30 mev ..., de ...

Smeekbede van Priamos 22.37 - 55
De oude man antwoordde hem (1) meelijwekkend terwijl hij zijn armen uitstrekte;
'Hektor, wacht alsjeblieft niet op deze man, geliefd kind, alleen, ver weg van de anderen, opdat jij de dood niet snel vindt, wanneer de zoon van Peleus jou heeft gedood, aangezien hij veel sterker is, de onvermoeibare (2). Ach moge (3) hij maar evenveel geliefd zijn bij de goden als bij mij (4). Als de gieren en honden hem dan snel zouden opeten wanneer hij daar ligt, dan (5) zou zeker het vreselijke verdriet uit mijn hart weggaan want hij beroofde mij van vele dappere zonen door ze te doden en door ze te verkopen op verafgelegen eilanden (6). Want ook nu kan ik twee zonen, Lukaon en Polydoros, die Laothoe, beroemd onder de vrouwen, mij baarde,  niet zien onder de Trojanen die de stad ingedreven zijn. Maar als zij leven, te midden van het leger (7), dan zullen we (8) hen vervolgens loskopen voor brons en goud. Want dat ligt binnen (9). Want de oude beroemde Altes gaf veel geschenken mee aan zijn kind Laothoe (10). Maar als zij reeds dood zijn en zich in de Hades bevinden, dan is er veel leed in mijn hart en voor de moeder, die voor ons ter wereld brachten. Voor de andere inwoners van Troje is het een kortdurender verdriet, als jij niet zal sterven en gedood wordt door Achilles (11).

(1): vreemd, want Hektor heeft niets gezegd
(2): dit slaat op Achilles
(3): vertalen met moge aangezien het een optativus, dus een vervulbare wens is
(4): Priamos haat Achilles, dus verlangt eigenlijk dat Achilles even weinig geliefd is bij de goden als bij hem
(5): dit oorzaak-gevolg verband wordt duidelijk gemaakt met het woordje eh in r. 49.
(6): Priamos vertelt hier waarom het redelijk is dat hij bezorgd is om Hektor; niet omdat hij zwak is maar omdat Achilles al zoveel van zijn zoons gedood of verkocht heeft.
(7): hier wordt het vijandelijke Griekse leger bedoeld, dus zou zouden zich daar bevinden als krijgsgevangenen
(8): pluralis majestatis
(9): met deze zin wordt waarschijnlijk bedoelt dat er veel goud en brons in Troje te vinden is.
(10): als bruidsschat (Priamos had een harem, de moeder van Hektor was Hekabe)
(11:) Hektor is namelijk de held, legeraanvoerder en kroonprins van Troje. Het zou een groot gemis zijn als hij stierf.

opmerking: Priamos spreekt in het begin van zijn speech met veel korte (bij)zinnetjes. Dit zou een symbool kunnen zijn voor de angstige emoties die hij op dat moment ondervindt.

vragen:
2. aangezien Achilles helemaal niet geliefd is bij Priamos wil hij dat de goden hem ook haten in plaats van dat hij geliefd bij hen is
3. r. 40: epei
r. 42: kev
r. 43: moi
4. 1) enjambement in 41-42 en in 42-43
2) asyndeton (weglating van voegwoorden tussen de hoofdzinnen)
5. tautologie, zich in de Hades bevinden is hetzelfde als dood zijn
6. a- dativus wordt onderwerp, onderwerp wordt lijdend voorwerp
b- voor mij
c- r. 53 toi tekomestha
d- A: leed en smart
B: leed en verdriet
C: rouw en leed
e- diepe rouw en volgen naar de Hades

Heb medelijden met een oude man 22.56 - 78
Maar ga snel binnen de muren, mijn kind, opdat jij Trojaanse mannen en Trojaanse vrouwen zult redden en ook niet roem zult verlenen aan de Peleus' zoon en jijzelf wordt beroofd van het geliefde leven. Bovendien, heb medelijden met mij, de ongelukkige, zolang ik nog bij mijn verstand ben, de rampzalige, die (1) vader Kronos' zoon (2) op de drempel van ouderdom te gronde zal richten in een smartelijk noodlot, nadat hij (3) veel ellende gezien heeft, namelijk dat mijn zonen gedood werden en mijn dochters werden weggesleurd en de schatkamers geplunderd werden en de onmondige kinderen op de grond gesmeten werden in een verschrikkelijke strijd, en dat mijn schoondochters weggesleept werden door de verderfelijke handen van de Grieken.
Als laatste zullen de rauw vleesetende honden mijzelf verscheuren bij de voorste deuren (4), nadat iemand het leven uit mijn ledematen getrokken heeft door mij te slaan of te treffen (5) met een scherp zwaard nadat hij mijn ledematen verwondde, die (6) ik opvoedde aan mijn eigen tafel in mijn paleis tot deurwachters, zij zullen, nadat zij mijn bloed gedronken hebben, terwijl zij bedwelmd in hun hart zijn gaan liggen in het voorhof.
Voor een jongeman, gedood in de strijd, gespleten met een scherp zwaard, schikt alles om te liggen; alles is mooi hoewel (7) hij doodgegaan is, al wat verschijnt. Maar als de honden en een grijs hoofd en een grijze kin en een geslacht te schande maken van een gedode oude man, dan is dat het meest betreurenswaardige voor de ellendige stervelingen.' Zo sprak de oude man en hij trok zijn grijze haren omhoog terwijl hij ze plukte; maar hij overtuigde (8) Hektor niet wat betreft zijn hart.

(1): Priamos zelf
(2): Zeus
(3): Priamos
(4): hier legt Priamos zijn voorspelde noodlot uit
(5): ptc van middel
(6): de honden
(7): hoewel door het woordje [per]
(8): in het Nederlands kan je het modale werkwoord 'kunnen' toevoegen; kon hem niet overtuigen. Dit is niet mogelijk in het Grieks.

vragen:
8. drempel tussen de ouderdom en de dood
9. a- de honden zijn goed en dichtbij de familie van Priamos opgevoed
b- r. 67: [ohmehstai]
10. a- episch [te]
b- r. 75: [ktamevao gerontos]
c- als een jongeman sneuvelt is dat mooi en een gepast, dat is het tegenovergestelde van als een oude man sneuvelt.
d- herhaling van het woord [polion]

Smeekbede van Hekabe 22.79 - 89
Maar op haar beurt jammerde zijn moeder aan de andere kant terwijl zij tranen (1) vergoot, terwijl zij de plooi van haar gewaad losmaakte en met haar andere hand hield zij haar borst omhoog en sprak tot hem de gevleugelde woorden terwijl zij tranen vergoot;
'Hektor, mijn kind,
xxxx

(1): collectief enkelvoud

vragen:
11. a- r. 84-85
b- ja, ga binnen de muren en versla Achilles daar
c-
prospectief: je zal opgevroten worden door honden
retrospectief: toen je nog kind was

Een achtervolging 22.131 – 176
Toen Hektor Achilles zag naderen werd hij bang en sloeg hij op de vlucht, Achilles ging hem achterna. (Homerische vergelijking tussen Achilles en een havik) Uitweiding over waar zij allemaal langs renden, onder andere een bron. Sterk was de eerste (Hektor) genoeg, veel sterker was echter de tweede (Achilles), en om het hardst liepen zij, want niet om een rund of een draagschild snelden zij voort, de gewone prijs bij de wedloop der mannen, maar om het leven van Hektor, de paardentemmende krijgsheld. (uitweiding over de manier waarop zij liepen) Zij renden drie keer om Troje. De goden keken op hen neer en Zeus zei dat hij medelijden heeft met Hektor en dat hij vindt dat de goden moeten overleggen of hij zal blijven leven of dat Achilles hem zal doden. Athene antwoordde dat het het lot van Hektor was om te sterven en dat het onjuist is om hem daarom te laten leven. Zeus reageerde door te zeggen dat zijn uitspraak niet gemeend was en dat Athene aan het werk mag. Athene daalde de Olympos af. (Homerische vergelijking tussen de achtervolging van Hektor en Achilles met die van een hert en een hond) Telkens wanneer [Hektor] probeerde om naar de Dardanische stadspoort over te steken en dekking te zoeken onder de torens, waar hem van boven met speren bescherming kon worden geboden, (…) was Achilles hem te vlug af en dreef hem terug naar de vlakte. (Homerische vergelijking tussen de achtervolging en een man die in een droom door een andere man achtervolgd wordt) Apollo gaf Hektor op het laatst extra kracht in zijn voeten. Achilles knikte zijn mannen toe dat zij hun speren niet op Hektor moesten richten omdat hij niet wilde dat een ander de roem voor het doden van Hektor zou krijgen. Toen zij de bronnen voor de vierde keer bereikten, legde Zeus het lot van Hektor en Achilles in de gouden weegschaal. Het doodslot van Hektor sloeg door en daalde tot diep in de Hades. En Foibos Apollo verliet hem. Athene zei tegen Achilles dat hij nu roem aan de Grieken kan brengen omdat Hektor niet meer beschermd wordt door Apollo, ook al smeekt deze Zeus. En zij zegt dat Achilles nu op adem kan komen en dat zij naar Hektor zal gaan om hem te overtuigen met Achilles te vechten.

12. a- Hektor ziet het voor de laatste keer (contrast; iets vreselijks is zoiets moois)
b- r. 156 'nog voor de kont der Achaeers'

Hektors lot is beslist 22.177 - 225
vragen:
13. passende achtervolging
14. 1- steun van Apollo r. 203-204
2- Achilles wil hem zelf doden, anderen mogen dat niet r. 205-206
15. a- Hektors lot was al bepaald
b- de weegschaal slaat om; Apollo trekt zich terug

Athene misleidt Hektor 22.226 – 259
Athene ging naar Hektor toe in de gedaante van Deifobos (zijn broer) en zei dat Hektor moet stoppen met zich laten achtervolgen en moet stil staan en met hem moet gaan vechten. Hektor antwoordde dat Deifobos zijn meest dierbare broer is en dat hij in zijn achting is gestegen omdat hij uit de stad durfde te komen om hem te helpen. Athene/Deifobos reageerde dat zijn moeder en vader en vele anderen hem gesmeekt hebben niet de stad uit te gaan maar dat hij zijn verdriet om Hektor niet kon verdragen. En dat zij Achilles nu vol moed te lijf moeten gaan en gebruik moeten maken van speren. Dan zullen zij wel zullen zien of Achilles hen doodt of wordt verslagen. Athene lokte hem zo mee met haar leugens. Eerst liet zij Hektor naar voren komen en hij zei dat hij niet meer zal vluchten voor Achilles en dat hij nu de moed heeft te vechten met hem. Verder zegt hij dat zij een getuigenis aan de goden moeten afleggen, dat hij het lichaam van Achilles niet zal mishandelen als hij hem overwint maar hem alleen van zijn rusting zal ontdoen. Hij vraagt Achilles zo’n zelfde eed af te leggen.

vragen:
16. Apollo bood directe hulp door de wapenrusting af te slaan. Athene misleidt Hektor, indirecte hulp

Hektor ontdekt het bedrog 22.260 – 305
Achilles antwoordde dat hij geen afspraken wil maken met hem en vergelijkt hun verhouding met natuurlijke vijanden (leeuw en mens, wolf en schaap) omdat er nooit vriendschap tussen hen zal bestaan en er geen verdrag kan zijn voordat een van hen beide gedood is. En dat Hektor zijn moed bij elkaar moet rapen omdat Athene hem met Achilles’ speerpunt zal verslaan. Dan pas zal het leed om zijn vrienden vereffend zijn. Daarna haalde Achilles uit met zijn speer maar Hektor ontweek deze. Athene gaf de speer echter terug aan Achilles. Hektor zei dat Achilles’ bewering die hij van Zeus zou hebben gehoord dat zijn doodsuur nabij is, praatjes zijn van een sluwe bedrieger en bedoeld is om zijn moed te breken. En dat Achilles’ pijl hem niet in zijn rug zal raken terwijl hij wegvlucht maar in zijn borst als hij recht op hem afkomt. En dat hij een speer gaat gooien waarmee hij Achilles het liefst dood omdat de oorlog dan niet meer zo zwaar zou vallen. Daarna wierp hij de speer en trof Achilles’ schild in het midden. Hektor schrok toen erg omdat hij geen andere speer had en hij riep Deifobos om een nieuwe maar zag hem niet meer. Vervolgens sprak Hektor in zichzelf dat hij geloofde dat Deifobos daar stond maar dat hij werd misleid door Athene en dat hij binnenkort dood zal gaan. Zo hadden Zeus en Apollo, die hem vroeger bijstond, beslist en nu werd hij door Moira getroffen. En hij zei dat hij niet zonder strijd of roemloos zou sterven maar een krijgsdaad zou verrichten waar later nog over verteld zou worden.

vragen:
17. Athene raapt de speer op; geeft hem terug
18. Hektor heeft geen andere wapens meer en vraagt Deifobos, maar hij is een illusie door Athene

Een dodelijke wond 22.306 – 336
Hierna trok Hektor zijn zwaard en sprong hij naar voren (Homerische vergelijking met zijn sprong en de manier waarop een arend door de wolken schiet) Achilles liep naar voren, schreeuwde een strijdkreet en beschermde zich met zijn schild. Op het hoofd van Achilles schokte zijn helm. (Homerische vergelijking tussen de schittering van de lans van Achilles en een Avondster) Achilles beraamde verderf voor Hektor en zocht de huid tussen zijn ogen voor zijn speer. De rusting van Hektor, die hij van Patroklos buit had gemaakt, bedekte hem bijna volkomen maar liet waar het sleutelgebeente de grens tussen schouders en hals vormt, de strot bloot. Achilles trof hem daar met zijn speer maar de luchtpijp sneed hij niet af omdat hij Hektor nog de gelegenheid zou geven om antwoord te geven. Achilles riep dat het dwaas was dat Hektor verwachtte dat hij veilig voor hem was nadat hij Patroklos doodde en dat honden en gieren Hektor nu zullen verscheuren maar de Grieken zullen hem (Patroklos?) met ere begraven.

vragen:
19. beschrijvingen: wapenrusting
vergelijkingen: zoals in het holst van de nacht...
20. a- Achilles; speer
Hektor; zwaard
b- speer teruggeven aan Achilles, niet aan Hektor

Laatste woorden 22.337 – 366
Hektor smeekte Achilles hem niet te laten verscheuren maar het geld aan te nemen dat zijn ouders hem aanbieden voor Hektors lichaam zodat deze met ere kan worden verbrand door de Trojanen. Achilles antwoordde dat Hektor hem niet moest smeken en dat zijn moeder hem op zijn doosbed zal neerleggen en bewenen. En dat honden en volgens hem zullen vreten en niet zullen laten liggen. Hektor sprak toen dat hij nu pas zag wie Achilles echt was en dat hij had kunnen weten hij niet zou luisteren want zijn hart is van ijzer. En dat hij ooit de wraak van de goden zal afroepen over Achilles. Nadat hij dit zei stierf Hektor (de schaduw van de dood omhulde hem en zijn ziel vloog weg naar de Hades). Achilles zei toen tegen de dode Hektor dat hij moest sterven en dat hij zijn doodslot voor lief neemt als Zeus dit wil.


vragen:
21. Hij wil begraven worden
22. a- ze zullen niet begraven worden maar opgegeten
b- Achilles gebruikt het woord 'hond', Hektor 'dwaas'
23. a- degene die hem doodt zal ook doodgaan
b- vergelding (de woorden van Achilles)

Troje in rouw gedompeld 22.405 - 413
xxx

vragen:
24. haar uittrekken, huilen, weeklagen en hoofddoek weggooien
25. metriek

Verdriet van de ouders 22.414 - 436

dinsdag 2 december 2014

GR 5 List en bedrog bij de goden

Zeus wordt wakker 15.1 - 33
vragen:
1. a- Herakles was op zee, Hera stuurde storm in de hoop dat hij zou omkomen
b- dreigen
c- retrospectie

Een eed bij de Styx 15.34 - 46
Zo sprak hij en de eerbiedwaardige koe-ogige Hera begon te huiveren, nadat zij begon te spreken sprak zij de gevelugende woorden tegen hem:
'Laat de aarde en de brede hemel boven nu dit weten en het neervloeiende water van de Styx, die de grootste en meest geduchte getuige van een eed van de gelukkige goden is en jouw heilige hoofd en het huwelijksbed van ons beiden, waarbij ik nooit overhaast zou zweren.
Moge door mijn wens de aardschokker Poseidon geen leed toebrengen aan de Trojanen en aan Hektor, en moge hij hen (1) niet helpen, maar wat mij betreft spoort zijn hart hem aan en beveelt het hem, moge hij geen medelijden krijgen wanneer hij ziet dat de Grieken in het nauw zijn gedreven bij de schepen (2).
Maar ik zou heus hem (3) aanraden daarheen weg te gaan daarheen waar jij hem dan zal bevelen (4).'

(1): hier worden de Grieken bedoeld
(2): aangezien de Grieken met hun schepen aankwamen op het strand voor de stad Troje, betekent het dat zij geheel teruggedrongen zijn als zij bij hun schepen in het nauw gedreven zijn.
(3): hier wordt Poseidon bedoeld
(4): in het Nederlands verwacht je hier nog een infinitief, je kan dus 'te gaan' toevoegen.

vragen:
2. a-
b-
c-
3. eerste [te] moet overtaald blijven, is episch [te]
4. r. 14: zoiets boosaardigs kan jij slechts bedenken'
5. a- [toisi]
b- vertaler B
c- vertaling A; met deernis vervuld
d- vertaling B; ik kan alleen maar aannemen

Zeus doorziet zijn vrouw 15.47 - 64
Zo sprak zij (1) maar de vader van mensen en goden glimlachte en hij sprak de gevleugelde woorden tot haar als antwoord;
'Maar als jij dan, koe-ogige machtige Hera, samen zou zitten met de onsterfelijken terwijl jij het met mij eens bent, dan zal ook Poseidon snel van gedachten veranderen naar jouw en mijn zin, ookal zou hij liever iets anders willen (2).
Maar als jij dus naar waarheid en oprecht spreekt, dan ga nu naar de familie van de goden, nodig dan uit hier naartoe te komen Iris en de om zijn boog geroemde Apollo, opdat zij (3) naar het krijgsvolk van de Grieken met bronzen chitons gaat en opdat zij zegt tegen heerser Poseidon dat hij moet gaan naar zijn paleis nadat hij gestopt is met de oorlog.
Opdat Foibos (4) Apollo Hektor tot de strijd aanspoort, opdat hij op zijn beurt hem moed inblaast, opdat hij hem doet vergeten de pijnen die hem nu overal in zijn hart kwellen. Maar laat hem de Grieken weer omkeren, door een laffe paniek op te wekken en dat zij zich al vluchtend met veel dollen op de schepen van Peleus' zoon Achilles storten; ...

(1): we zijn gewend 'zo sprak hij' te vertalen, maar deze tekst sluit aan bij de tekst hiervoor, waar Hera aan het woord was.
(2): hij redeneert dat als Hera het echt met hem eens was geweest, zij Poseidon wel op andere gedachten had gebracht toen Zeus zelf sliep.
(3): hier wordt Iris bedoeld
(4): moeilijk te vertalen, betekent zoiets als 'de stralende'

vragen:
6. a-
b-
7.
8. a-
b-
9.
10. a- 17
b- 13E
c- 8
d- 4A
e- 19
f- 12

Een voorspelling 15.64 - 79
... deze zal zijn vriend Patroklos doen opstaan; hem zal de schitterende Hektor doden met zijn speer voor Troje, nadat hij vele andere mannen te gronde heeft gericht, onder wie mijn stralende zoon Sarpedon.
De stralende Achilles zal Hektor doden nadat hij woedend geworden is hierover.
Vanaf dat moment zou ik best de terugtocht vanaf de schepen onafgebroken (1) tot stand brengen voor jou, totdat de Grieken het steile Troje hebben ingenomen door het besluit van Athene.
Eerder doe ik niet mijn toorn stoppen noch zal ik toestaan dat een ander van de onsterfelijken de Grieken beschermt, voordat deze wens van de zoon van Peleus in vervulling is gegaan (2) zoals ik eens aan hem beloofd heb en ik knikte met mijn hoofd (3), op de dag dat de godin Thetis mij bij mijn knieën beetpakte (4), terwijl zij smeekte te gehoorzamen (5) aan de stedenverwoester Achilles.'

(1): de definitieve terugtocht van de Trojanen
(2): letterlijk staat hier 'geeindigd'
(3): met het hoofd knikken was in de Klassieke Oudheid het gebaar voor 'goddelijke toestemmig'
(4): dit gebaar werd gebruikt bij het smeken
(5): met gehoorzamen wordt voldoen aan de wens bedoeld.

vragen:
11. ten eerste staan er meer augmenten in, ten tweede wordt een gebeurtenis genoemd die niet meer in dit verhaal voorkomt
12. belofte; de Grieken zullen voelen dat Achilles niet meer meedeed, totdat Achilles zijn recht
13. Hera stelt zich onderdanig op, probeert dingen goed te maken en bedriegt Zeus, Zeus intimideert haar.


maandag 24 november 2014

Metriek

voet = versmaat, daktylus/spondee van een hexameter
elisie = weglating
hexameter = 6 voeten achter elkaar (versregel)
spondee = twee lange lettergrepen achter elkaar (--)
enjambement = de zin loopt door op de volgende regel
hiaat = alle klinkers laten staan ipv elisie
daktylus = 1 lange en 2 korte lettergrepen achter elkaar (-vv)
scanderen = analyseren van de metriek van een tekst
diektasis = uitrekking
metrum = versmaat, voet

(scheidingsstreepjes zijn bij scanderen niet verplicht)

GR 1 Over de Ilias

Epen van Homerus: 1. Ilias en 2. Odyssee

Epos = Verhalend gedicht over helden in een geidealiseerde wereld. Goden spelen een grote rol.

Ilias:
24 boeken, 15.000 verzen, thema; wrok van Achilles

Odyssee:
24 boeken, 12.000 verzen, thema; terugkeer Odysseus

Voorgeschiedenis:
Eris (godin van de twist) was niet uitgenodigd op de bruiloft van Peleus (sterveling, vader van Achilles) en Thetis (zeegodin, moeder van Achilles). Daarom wierp zij een gouden appel met de tekst 'voor de mooiste' tussen de gasten. Hera, Athena en Aphrodite vochten erom. Zeus wilde niet beslissen (want Hera was zijn vrouw) dus mocht de sterveling Paris Priamos' zoon (prins van Troje) de mooiste godin kiezen. Hij koos voor Aphrodite omdat zij hem de mooiste vrouw beloofde. Dat was Helena, de vrouw van de Spartaanse koning Menelaos. Helena werd Troje binnengehaald (stal haar toen hij op bezoek was aan het hof van Menelaos, schending van gastvrijheid). Menelaos' broer Agamemnon (koning van Mycene) startte een expeditie tegen Troje om Helena en de eer terug te krijgen. De oorlog duurde 10 jaar maar de Ilias beschrijft 51 dagen uit het laatste jaar.
Achilles werd gevraagd mee te vechte voor de Grieken.

Trojaanse Oorlog: Grieken (Sparta) vs. Trojanen