de oude man Priamos zag hem als eerste met eigen ogen aan komen stormen door de vlakte, stralend zoals een ster die opkomt in de nazomer en waarvan de stralen verschijnen zeer schitterend tussen de vele sterren in het holst van de nacht; men noemt hem met de bijnaam hondsster (1).
Deze is aan de ene kant het helderst maar is een geducht voorteken, en hij brengt veel koorts voor de ongelukkige stervelingen; zo schitterde van hem het brons om zijn borst terwijl hij rende.
De oude man jammerde en hij sloeg zijn hoofd met zijn handen nadat hij ze naar boven hief, hij riep luid terwijl hij hevig jammerde terwijl hij zijn geliefde zoon (2) smeekte; maar deze was gekomen voor de poorten, vurig verlangend met Achilles te vechten.
(1): de hondsster is een bijnaam voor Sirius, de grootste ster in het sterrenbeeld Orion. Er wordt gezegd dat deze in de nazomer te zien is, waardoor het te maken zou kunnen hebben met de 'hondsdagen' aan het eind van de zomer, die vaak erg broeierig zijn. Die broeierigheid zou kunnen leiden tot ziekte bij stervelingen, waar wij in het Nederlands de uitspraak 'hondsziek' voor hebben. Zou dit allemaal te maken kunnen hebben met de bijnaam van Sirius? Jammer genoeg lijkt de theorie echter niet te kloppen, omdat Orion te zien is in de winter.
http://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/ori.html
(2): hier wordt Hektor bedoeld.
vragen:
1. a- het schitteren (van de hondsster en van het brons van de wapenrusting van Achilles)
b- een slecht voorteken
c- 1) r. 30 kakov sehma, voor het schitteren zijn er meerdere mogelijkheden
d- r. 30 mev ..., de ...
Smeekbede van Priamos 22.37 - 55
De oude man antwoordde hem (1) meelijwekkend terwijl hij zijn armen uitstrekte;
'Hektor, wacht alsjeblieft niet op deze man, geliefd kind, alleen, ver weg van de anderen, opdat jij de dood niet snel vindt, wanneer de zoon van Peleus jou heeft gedood, aangezien hij veel sterker is, de onvermoeibare (2). Ach moge (3) hij maar evenveel geliefd zijn bij de goden als bij mij (4). Als de gieren en honden hem dan snel zouden opeten wanneer hij daar ligt, dan (5) zou zeker het vreselijke verdriet uit mijn hart weggaan want hij beroofde mij van vele dappere zonen door ze te doden en door ze te verkopen op verafgelegen eilanden (6). Want ook nu kan ik twee zonen, Lukaon en Polydoros, die Laothoe, beroemd onder de vrouwen, mij baarde, niet zien onder de Trojanen die de stad ingedreven zijn. Maar als zij leven, te midden van het leger (7), dan zullen we (8) hen vervolgens loskopen voor brons en goud. Want dat ligt binnen (9). Want de oude beroemde Altes gaf veel geschenken mee aan zijn kind Laothoe (10). Maar als zij reeds dood zijn en zich in de Hades bevinden, dan is er veel leed in mijn hart en voor de moeder, die voor ons ter wereld brachten. Voor de andere inwoners van Troje is het een kortdurender verdriet, als jij niet zal sterven en gedood wordt door Achilles (11).
(1): vreemd, want Hektor heeft niets gezegd
(2): dit slaat op Achilles
(3): vertalen met moge aangezien het een optativus, dus een vervulbare wens is
(4): Priamos haat Achilles, dus verlangt eigenlijk dat Achilles even weinig geliefd is bij de goden als bij hem
(5): dit oorzaak-gevolg verband wordt duidelijk gemaakt met het woordje eh in r. 49.
(6): Priamos vertelt hier waarom het redelijk is dat hij bezorgd is om Hektor; niet omdat hij zwak is maar omdat Achilles al zoveel van zijn zoons gedood of verkocht heeft.
(7): hier wordt het vijandelijke Griekse leger bedoeld, dus zou zouden zich daar bevinden als krijgsgevangenen
(8): pluralis majestatis
(9): met deze zin wordt waarschijnlijk bedoelt dat er veel goud en brons in Troje te vinden is.
(10): als bruidsschat (Priamos had een harem, de moeder van Hektor was Hekabe)
(11:) Hektor is namelijk de held, legeraanvoerder en kroonprins van Troje. Het zou een groot gemis zijn als hij stierf.
opmerking: Priamos spreekt in het begin van zijn speech met veel korte (bij)zinnetjes. Dit zou een symbool kunnen zijn voor de angstige emoties die hij op dat moment ondervindt.
vragen:
2. aangezien Achilles helemaal niet geliefd is bij Priamos wil hij dat de goden hem ook haten in plaats van dat hij geliefd bij hen is
3. r. 40: epei
r. 42: kev
r. 43: moi
4. 1) enjambement in 41-42 en in 42-43
2) asyndeton (weglating van voegwoorden tussen de hoofdzinnen)
5. tautologie, zich in de Hades bevinden is hetzelfde als dood zijn
6. a- dativus wordt onderwerp, onderwerp wordt lijdend voorwerp
b- voor mij
c- r. 53 toi tekomestha
d- A: leed en smart
B: leed en verdriet
C: rouw en leed
e- diepe rouw en volgen naar de Hades
Heb medelijden met een oude man 22.56 - 78
Maar ga snel binnen de muren, mijn kind, opdat jij Trojaanse mannen en Trojaanse vrouwen zult redden en ook niet roem zult verlenen aan de Peleus' zoon en jijzelf wordt beroofd van het geliefde leven. Bovendien, heb medelijden met mij, de ongelukkige, zolang ik nog bij mijn verstand ben, de rampzalige, die (1) vader Kronos' zoon (2) op de drempel van ouderdom te gronde zal richten in een smartelijk noodlot, nadat hij (3) veel ellende gezien heeft, namelijk dat mijn zonen gedood werden en mijn dochters werden weggesleurd en de schatkamers geplunderd werden en de onmondige kinderen op de grond gesmeten werden in een verschrikkelijke strijd, en dat mijn schoondochters weggesleept werden door de verderfelijke handen van de Grieken.
Als laatste zullen de rauw vleesetende honden mijzelf verscheuren bij de voorste deuren (4), nadat iemand het leven uit mijn ledematen getrokken heeft door mij te slaan of te treffen (5) met een scherp zwaard nadat hij mijn ledematen verwondde, die (6) ik opvoedde aan mijn eigen tafel in mijn paleis tot deurwachters, zij zullen, nadat zij mijn bloed gedronken hebben, terwijl zij bedwelmd in hun hart zijn gaan liggen in het voorhof.
Voor een jongeman, gedood in de strijd, gespleten met een scherp zwaard, schikt alles om te liggen; alles is mooi hoewel (7) hij doodgegaan is, al wat verschijnt. Maar als de honden en een grijs hoofd en een grijze kin en een geslacht te schande maken van een gedode oude man, dan is dat het meest betreurenswaardige voor de ellendige stervelingen.' Zo sprak de oude man en hij trok zijn grijze haren omhoog terwijl hij ze plukte; maar hij overtuigde (8) Hektor niet wat betreft zijn hart.
(1): Priamos zelf
(2): Zeus
(3): Priamos
(4): hier legt Priamos zijn voorspelde noodlot uit
(5): ptc van middel
(6): de honden
(7): hoewel door het woordje [per]
(8): in het Nederlands kan je het modale werkwoord 'kunnen' toevoegen; kon hem niet overtuigen. Dit is niet mogelijk in het Grieks.
vragen:
8. drempel tussen de ouderdom en de dood
9. a- de honden zijn goed en dichtbij de familie van Priamos opgevoed
b- r. 67: [ohmehstai]
10. a- episch [te]
b- r. 75: [ktamevao gerontos]
c- als een jongeman sneuvelt is dat mooi en een gepast, dat is het tegenovergestelde van als een oude man sneuvelt.
d- herhaling van het woord [polion]
Smeekbede van Hekabe 22.79 - 89
Maar op haar beurt jammerde zijn moeder aan de andere kant terwijl zij tranen (1) vergoot, terwijl zij de plooi van haar gewaad losmaakte en met haar andere hand hield zij haar borst omhoog en sprak tot hem de gevleugelde woorden terwijl zij tranen vergoot;
'Hektor, mijn kind,
xxxx
(1): collectief enkelvoud
vragen:
11. a- r. 84-85
b- ja, ga binnen de muren en versla Achilles daar
c-
prospectief: je zal opgevroten worden door honden
retrospectief: toen je nog kind was
Een achtervolging
22.131 – 176
Toen Hektor Achilles zag naderen werd hij bang en sloeg hij
op de vlucht, Achilles ging hem achterna. (Homerische vergelijking tussen
Achilles en een havik) Uitweiding over waar zij allemaal langs renden, onder
andere een bron. Sterk was de eerste (Hektor) genoeg, veel sterker was echter
de tweede (Achilles), en om het hardst liepen zij, want niet om een rund of een
draagschild snelden zij voort, de gewone prijs bij de wedloop der mannen, maar
om het leven van Hektor, de paardentemmende krijgsheld. (uitweiding over de
manier waarop zij liepen) Zij renden drie keer om Troje. De goden keken op hen
neer en Zeus zei dat hij medelijden heeft met Hektor en dat hij vindt dat de
goden moeten overleggen of hij zal blijven leven of dat Achilles hem zal doden.
Athene antwoordde dat het het lot van Hektor was om te sterven en dat het
onjuist is om hem daarom te laten leven. Zeus reageerde door te zeggen dat zijn
uitspraak niet gemeend was en dat Athene aan het werk mag. Athene daalde de Olympos
af. (Homerische vergelijking tussen de achtervolging van Hektor en Achilles met
die van een hert en een hond) Telkens wanneer [Hektor] probeerde om naar de
Dardanische stadspoort over te steken en dekking te zoeken onder de torens,
waar hem van boven met speren bescherming kon worden geboden, (…) was Achilles
hem te vlug af en dreef hem terug naar de vlakte. (Homerische vergelijking
tussen de achtervolging en een man die in een droom door een andere man
achtervolgd wordt) Apollo gaf Hektor op het laatst extra kracht in zijn voeten.
Achilles knikte zijn mannen toe dat zij hun speren niet op Hektor moesten
richten omdat hij niet wilde dat een ander de roem voor het doden van Hektor
zou krijgen. Toen zij de bronnen voor de vierde keer bereikten, legde Zeus het
lot van Hektor en Achilles in de gouden weegschaal. Het doodslot van Hektor
sloeg door en daalde tot diep in de Hades. En Foibos Apollo verliet hem. Athene
zei tegen Achilles dat hij nu roem aan de Grieken kan brengen omdat Hektor niet
meer beschermd wordt door Apollo, ook al smeekt deze Zeus. En zij zegt dat
Achilles nu op adem kan komen en dat zij naar Hektor zal gaan om hem te
overtuigen met Achilles te vechten.
12. a- Hektor ziet het voor de laatste keer (contrast; iets vreselijks is zoiets moois)
b- r. 156 'nog voor de kont der Achaeers'
Hektors lot is beslist 22.177 - 225
vragen:
13. passende achtervolging
14. 1- steun van Apollo r. 203-204
2- Achilles wil hem zelf doden, anderen mogen dat niet r. 205-206
15. a- Hektors lot was al bepaald
b- de weegschaal slaat om; Apollo trekt zich terug
Athene misleidt Hektor 22.226 – 259
vragen:
13. passende achtervolging
14. 1- steun van Apollo r. 203-204
2- Achilles wil hem zelf doden, anderen mogen dat niet r. 205-206
15. a- Hektors lot was al bepaald
b- de weegschaal slaat om; Apollo trekt zich terug
Athene misleidt Hektor 22.226 – 259
Athene ging naar Hektor toe in de gedaante van Deifobos
(zijn broer) en zei dat Hektor moet stoppen met zich laten achtervolgen en moet
stil staan en met hem moet gaan vechten. Hektor antwoordde dat Deifobos zijn
meest dierbare broer is en dat hij in zijn achting is gestegen omdat hij uit de
stad durfde te komen om hem te helpen. Athene/Deifobos reageerde dat zijn
moeder en vader en vele anderen hem gesmeekt hebben niet de stad uit te gaan
maar dat hij zijn verdriet om Hektor niet kon verdragen. En dat zij Achilles nu
vol moed te lijf moeten gaan en gebruik moeten maken van speren. Dan zullen zij
wel zullen zien of Achilles hen doodt of wordt verslagen. Athene lokte hem zo
mee met haar leugens. Eerst liet zij Hektor naar voren komen en hij zei dat hij
niet meer zal vluchten voor Achilles en dat hij nu de moed heeft te vechten met
hem. Verder zegt hij dat zij een getuigenis aan de goden moeten afleggen, dat
hij het lichaam van Achilles niet zal mishandelen als hij hem overwint maar hem
alleen van zijn rusting zal ontdoen. Hij vraagt Achilles zo’n zelfde eed af te
leggen.
vragen:
16. Apollo bood directe hulp door de wapenrusting af te slaan. Athene misleidt Hektor, indirecte hulp
Hektor ontdekt het
bedrog 22.260 – 305
Achilles antwoordde dat hij geen afspraken wil maken met hem
en vergelijkt hun verhouding met natuurlijke vijanden (leeuw en mens, wolf en
schaap) omdat er nooit vriendschap tussen hen zal bestaan en er geen verdrag
kan zijn voordat een van hen beide gedood is. En dat Hektor zijn moed bij
elkaar moet rapen omdat Athene hem met Achilles’ speerpunt zal verslaan. Dan
pas zal het leed om zijn vrienden vereffend zijn. Daarna haalde Achilles uit
met zijn speer maar Hektor ontweek deze. Athene gaf de speer echter terug aan
Achilles. Hektor zei dat Achilles’ bewering die hij van Zeus zou hebben gehoord
dat zijn doodsuur nabij is, praatjes zijn van een sluwe bedrieger en bedoeld is
om zijn moed te breken. En dat Achilles’ pijl hem niet in zijn rug zal raken
terwijl hij wegvlucht maar in zijn borst als hij recht op hem afkomt. En dat
hij een speer gaat gooien waarmee hij Achilles het liefst dood omdat de oorlog
dan niet meer zo zwaar zou vallen. Daarna wierp hij de speer en trof Achilles’
schild in het midden. Hektor schrok toen erg omdat hij geen andere speer had en
hij riep Deifobos om een nieuwe maar zag hem niet meer. Vervolgens sprak Hektor
in zichzelf dat hij geloofde dat Deifobos daar stond maar dat hij werd misleid
door Athene en dat hij binnenkort dood zal gaan. Zo hadden Zeus en Apollo, die
hem vroeger bijstond, beslist en nu werd hij door Moira getroffen. En hij zei
dat hij niet zonder strijd of roemloos zou sterven maar een krijgsdaad zou
verrichten waar later nog over verteld zou worden.
vragen:
17. Athene raapt de speer op; geeft hem terug
18. Hektor heeft geen andere wapens meer en vraagt Deifobos, maar hij is een illusie door Athene
Een dodelijke wond
22.306 – 336
Hierna trok Hektor zijn zwaard en sprong hij naar voren
(Homerische vergelijking met zijn sprong en de manier waarop een arend door de
wolken schiet) Achilles liep naar voren, schreeuwde een strijdkreet en
beschermde zich met zijn schild. Op het hoofd van Achilles schokte zijn helm.
(Homerische vergelijking tussen de schittering van de lans van Achilles en een
Avondster) Achilles beraamde verderf voor Hektor en zocht de huid tussen zijn
ogen voor zijn speer. De rusting van Hektor, die hij van Patroklos buit had
gemaakt, bedekte hem bijna volkomen maar liet waar het sleutelgebeente de grens
tussen schouders en hals vormt, de strot bloot. Achilles trof hem daar met zijn
speer maar de luchtpijp sneed hij niet af omdat hij Hektor nog de gelegenheid
zou geven om antwoord te geven. Achilles riep dat het dwaas was dat Hektor
verwachtte dat hij veilig voor hem was nadat hij Patroklos doodde en dat honden
en gieren Hektor nu zullen verscheuren maar de Grieken zullen hem (Patroklos?)
met ere begraven.
vragen:
19. beschrijvingen: wapenrusting
vergelijkingen: zoals in het holst van de nacht...
20. a- Achilles; speer
Hektor; zwaard
b- speer teruggeven aan Achilles, niet aan Hektor
Laatste woorden
22.337 – 366
Hektor smeekte Achilles hem niet te laten verscheuren maar het
geld aan te nemen dat zijn ouders hem aanbieden voor Hektors lichaam zodat deze
met ere kan worden verbrand door de Trojanen. Achilles antwoordde dat Hektor
hem niet moest smeken en dat zijn moeder hem op zijn doosbed zal neerleggen en
bewenen. En dat honden en volgens hem zullen vreten en niet zullen laten
liggen. Hektor sprak toen dat hij nu pas zag wie Achilles echt was en dat hij
had kunnen weten hij niet zou luisteren want zijn hart is van ijzer. En dat hij
ooit de wraak van de goden zal afroepen over Achilles. Nadat hij dit zei stierf
Hektor (de schaduw van de dood omhulde hem en zijn ziel vloog weg naar de Hades).
Achilles zei toen tegen de dode Hektor dat hij moest sterven en dat hij zijn
doodslot voor lief neemt als Zeus dit wil.
vragen:
21. Hij wil begraven worden
22. a- ze zullen niet begraven worden maar opgegeten
b- Achilles gebruikt het woord 'hond', Hektor 'dwaas'
23. a- degene die hem doodt zal ook doodgaan
b- vergelding (de woorden van Achilles)
Troje in rouw gedompeld 22.405 - 413
xxx
vragen:
24. haar uittrekken, huilen, weeklagen en hoofddoek weggooien
25. metriek
Verdriet van de ouders 22.414 - 436
Geen opmerkingen:
Een reactie posten